Subjects & Numbers

Subjects & Numbers
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Subjects & Numbers

Slide 1 - Tekstslide

What has been your favourite subject so far? (answer in English)

Slide 2 - Woordweb

Translate into English:
Frans

Slide 3 - Open vraag

Translate into English:
geschiedenis

Slide 4 - Open vraag

Translate into English:
Nederlands

Slide 5 - Open vraag

Translate into English:
CKV

Slide 6 - Open vraag

Translate into English:
wiskunde (volledig opschrijven)

Slide 7 - Open vraag

Numbers!

Slide 8 - Tekstslide

Write down in English:
9

Slide 9 - Open vraag

Write down in English:
12

Slide 10 - Open vraag

Write down in English:
15

Slide 11 - Open vraag

Write down in English:
83

Slide 12 - Open vraag

Personal Pronouns
year 1

Slide 13 - Tekstslide

Personal Pronouns

(persoonlijke voornaamwoorden)

Slide 14 - Tekstslide

Personal Pronouns
timer
1:00
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het

Slide 15 - Sleepvraag

Welke Personal Pronoun kan je als vervanging gebruiken?
They
She
He
It
We
Sister
Boy
School
Dad
Cars
Emily & Jack
Bike
Sophia and I
Parents
Teacher

Slide 16 - Sleepvraag

She-He-It
They
We
You
You and Tom
You and me
My family
That book
My brother and I
John and Diana
His parents
You and your team
Elisabeth
My uncle

Slide 17 - Sleepvraag

A personal pronoun:
.... are very good friends. (wij)
A
he
B
they
C
you
D
we

Slide 18 - Quizvraag

A personal pronoun
... (zij) is from Germany.
A
She
B
You
C
He
D
We

Slide 19 - Quizvraag

Choose the correct personal pronoun:

_____ are from London. (zij)
A
My sister
B
My parents
C
My brother
D
My sister and my brother

Slide 20 - Quizvraag

A personal pronoun:
... is from Curacao. (My sister)
A
she
B
they
C
he
D
we

Slide 21 - Quizvraag

Personal pronoun

... is cold outside.
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 22 - Quizvraag

A personal pronoun:
... like school. (ik)


A
i
B
I
C
you
D
we

Slide 23 - Quizvraag

A personal pronoun:
My brother is nice. ..... is 26 years old.
A
You
B
She
C
He
D
Him

Slide 24 - Quizvraag

Personal Pronouns
(onderwerpsvorm)

I
You (ev)
She
We
You (mv)
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het

Slide 25 - Sleepvraag

To be

Slide 26 - Tekstslide

to be
to be = werkwoord (verb)
to be = zijn

Slide 27 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 28 - Tekstslide

To be betekent:
A
hebben
B
zijn
C
doen

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn de vormen van 'to be'?
A
I - you -he
B
am - are - is
C
are
D
geen idee

Slide 30 - Quizvraag

To be:
We...
A
is
B
am
C
are

Slide 31 - Quizvraag

To be:
They...
A
are
B
am
C
is

Slide 32 - Quizvraag

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 33 - Quizvraag

To be: I
A
are
B
am
C
is

Slide 34 - Quizvraag

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
negative
(ont-
kennend)
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet

Slide 35 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 36 - Tekstslide


To be:
... it going to be a difficult test?
A
Am
B
To be
C
Are
D
Is

Slide 37 - Quizvraag

To be:
They ... happy.
A
is
B
am
C
are

Slide 38 - Quizvraag

To be
Wat zijn 3 vormen van to be?

Slide 39 - Open vraag

(to be)
I ......... am really good in English!

Slide 40 - Open vraag