Ch 2 - les 6

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

We verwachten van jou dat je...

• rustig het lokaal binnenkomt zonder telefoon: je telefoon zit in je tas.
  
• jouw spullen/boeken op tafel legt.
  
• laptop is opgeladen.
  
• vriendelijk praat tegen je klasgenoten en de docenten.
  
• stil 🤫 bent als dat gevraagd wordt. Je praat niet door de docent of door je klasgenoten heen!
  
• een actieve houding hebt (je zit rechtop, doet goed mee en stelt vragen als je het niet begrijpt)
• goed voorbereid naar de les komt (je hebt je huiswerk gemaakt en geleerd)

Script:

eerste keer waarschuwing

tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Qu'est-ce qu'on va faire?

• parler
  
• vocabulaire A+B
  
• répéter grammaire D
• grammaire H
• devoirs
  

Chapitre 2

• Ik kan mijn familieleden voorstellen.
  
• Ik kan vertellen welke huisdieren ik heb en wat ik van ze vind.
  
• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  
• Ik kan werkwoorden op -er vervoegen.
• Ik kan mijn huis beschrijven.
  
• Ik kan vertellen waar ik woon.
  
• Ik kan mijn omgeving beschrijven.

Parler

Vocabulaire A+B

Réponds aux questions en phrases complètes.

Vocabulaire

Oefen op je eigen manier met woorden/zinnen A+B+C.

-Slim Stampen

-Quizlet

-WRTS

-vanuit je boek

Phrases-clés

Ouvre ton livre à la page 68.

On fait exercice 13 et 14.

Quizlet

www.quizlet.live

Révision

Herhaling bvnw

Het bijvoeglijk naamwoord

De rode neus.

Het grote huis.

De kleine jongen.

Basisregel

un grand homme

une grande femme

deux grands hommes

deux grandes femmes

	ev	mv
mnl	-	+s
vrl	+e	+es

Let op

un vélo rouge

une pomme rouge

un garçon heureux

une fille heureuse

Onregelmatige vormen

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm in het Frans.

	mnl ev	mnl mv	vrl ev	vrl mv
goed	bon	bons	bonne	bonnes
mooi	beau	beaux	belle	belles
nieuw	nouveau	nouveaux	nouvelle	nouvelles
oud	vieux	vieux	vieille	vieilles

Plaats van het bvnw

In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd voor het zelfstandig naamwoord, in het Frans staat het er meestal achter:

Un chat noir

Une fille française

Un lapin adorable

Plaats van het bvnw

Let op: de volgende bijvoeglijke naamwoorden staan in het Frans altijd vóór                    het zelfstandig naamwoord.

goed     bon

mooi     beau                                                       C'est une belle fille.

groot    grand                                                     J'ai un grand frère.

nieuw   nouveau                                               Mon père a une nouvelle voiture.

klein      petit

oud        vieux

Révision 

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

grande

grandes

grand

grands

Nous avons une ... voiture.

1. nouveau
2. nouvelle
3. nouveaux
4. nouvelles

(bleu) Ma chambre est ...

(petit) J'ai deux ... soeurs.

Tu as un ... frère?

1. grand
2. petite
3. sportif
4. belle

opdracht

maak opdracht 16 + 17 uit je werkboek

klaar?  -> onderdeel naar keuze van www.maxitaal.net/mv

Grammaire D

In het Frans eindigen de meeste werkwoorden op -er: parler, aimer, adorer, préférer, détester, regarder

Om de stam te vinden haal je -er van het werkwoord af. Vervolgens plak je de juiste uitgang aan de stam.

Je / J'
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Regelmatige werkwoorden op -er

aime

aiment

aimons

aime

aimes

aime

aimez

aiment

aime

parler
Je ... anglais et français.

habiter
Vous .... où?

détester
Nous ... les maths.

organiser
Ma soeur ... une grande fête!

chercher
Ma mère ... ses clés.

devoirs

herhalen woorden/zinnen A+B

leren grammatica D+H

Chapitre 2

• Ik kan mijn familieleden voorstellen.
  
• Ik kan vertellen welke huisdieren ik heb en wat ik van ze vind.
  
• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  
• Ik kan werkwoorden op -er vervoegen.
• Ik kan mijn huis beschrijven.
  
• Ik kan vertellen waar ik woon.
  
• Ik kan mijn omgeving beschrijven.

famille/animaux

Verbeter de fouten 

• Je parles hollandais et un petit peu français.
• Mon frère s'appellent Yves.
• Nous habitez à Amsterdam.
• Vous aiment les chiens?
• Mes grands-parents habitont en France.

www.quizlet.live