De Huid

1 / 39
volgende
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Functies van de huid

Slide 2 - Woordweb

Als je van de koude buitenlucht een verwarmde kamer binnen loopt, krijg je het soms wel heel erg warm.
Waardoor komt dat?

Slide 3 - Open vraag


In de huid zitten verschillende soorten zintuigcellen,
welke zijn dat?
A
warmte en kou
B
aanraking en druk
C
temperatuur en tast
D
warmte, kou, druk en tast

Slide 4 - Quizvraag

Pijn neem je waar met alle zintuigjes in de huid
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

De reuk

Slide 9 - Woordweb

De reuk
  1. Waarvoor is je reuk belangrijk?
  2. Waar zit het reukorgaan?

Slide 10 - Tekstslide

De reuk
Zonder reukorgaan zou een dier (maar wij ook) een aantal problemen hebben: 
  • Het zou geen gevaar (bv brand of een roofdier) ruiken.
  • Het zou zijn voedsel niet meer kunnen vinden.
  • Het zou geen partner meer vinden of herkennen.
  • Het zou geen idee hebben waar het territorium van zijn buurman of burvrouw begint.

Het reukorgaan zit bovenin de neusholte. Als je goed wilt ruiken snuif je de lucht dan ook op tot zo diep mogelijk bovenin de neus.
het reukslijmvlies bevat speciale cellen die gassen in de lucht kunnen waarnemen.

Slide 11 - Tekstslide

En de smaak

Slide 12 - Tekstslide

De smaak werkt op vergelijkbare wijze als de reuk. De smaakknopjes op je tong nemen opgeloste stoffen in je eten waar. je hebt speciale smaakknopjes voor zure, zoute, zoete en bittere stoffen.
Samen met het reukorgaan bepaalt de smaak hoe je eten proeft. Als je verkouden bent smaakt het eten je meestal veel minder. 

Slide 13 - Tekstslide

wat neem je waar met je smaakpapillen?
A
gassen in de lucht
B
gassen opgelost in water
C
opgeloste stoffen in water
D
opgeloste stoffen in de lucht

Slide 14 - Quizvraag

Waarvoor is het reukorgaan belangrijk?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Voor het signaleren van gevaar
B
Voor het proeven van je eten
C
Voor het vinden van een partner
D
Voor het vinden van voedsel

Slide 15 - Quizvraag

Waarom geniet je veel minder van je eten als je verkouden bent?

Slide 16 - Open vraag

Welk nummer geeft een talgklier aan?
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 17 - Quizvraag

Welk nummer geeft de huidlaag aan die bescherming biedt tegen uitdroging?
A
5
B
3
C
9
D
7

Slide 18 - Quizvraag

Welk nummer geeft een orgaan aan waarbij met lichte aanraking impulsen ontstaan?
A
13
B
3
C
1
D
2

Slide 19 - Quizvraag

Welk nummer geeft een orgaan aan dat een stof produceert dat zorgt voor verkoeling van het lichaam?
A
6
B
1
C
12
D
5

Slide 20 - Quizvraag

Wat geeft nummer 6 aan?
A
Pijnpunt
B
Drukzintuig
C
Zenuw
D
Tastknopje

Slide 21 - Quizvraag

Uit welke twee lagen bestaat de opperhuid?
A
Opperhuid en kiemlaag
B
Hoornlaag en opperhuid
C
Hoornlaag en kiemlaag
D
Kiemlaag en lederhuid

Slide 22 - Quizvraag

In welke laag van de huid vind je de zweetklieren?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Kiemlaag

Slide 23 - Quizvraag

In welke laag van de huid vind je de meeste zintuigen?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Kiemlaag

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noem je een (extra) dikke hoornlaag?
A
Eelt
B
Kiemlaag
C
Vet
D
Talg

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de functie van talg?
A
Ziekteverwekkers naar buiten vervoeren
B
Houdt huid en haar soepel
C
Het haar vasthouden in het haarzakje
D
Ziekteverwekkers buiten houden

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Het gezicht
  1.  de buitenkant
  2. de binnenkant
  3. licht en donker
  4. scherpstellen
  5. kleuren zien

Slide 28 - Tekstslide

Het gezicht
Als je iemand aankijkt zie je maar een klein gedeelte van het oog. het grootste deel ligt verborgen in de schedel.
(op de volgende dia's kijken we daar beter naar)
Van de buitenkant zien we de iris (het gekleurde deel van het oog) met daarin de pupil. Daaromheen een klein deel van het oogwit. (harde oogvlies)
verder zien we de oogleden, de wimpers en de wenkbrauwen.
De traanklier (rood in de afb.) maakt traanvocht dat door het knipperen over de ogen wordt verspreid. Dit traanvocht wordt door de traanbuis (groen) afgevoerd naar de neus.
Soms maak je meer traanvocht dan kan worden afgevoerd, dan lopen de ogen over. Je huilt!

Slide 29 - Tekstslide

Oogspieren
Dwarsdoorsnede

Slide 30 - Tekstslide

De oogspieren
Je kunt je ogen in alle richtingen draaien. 
Naar links en naar rechts, naar boven en naar beneden.
We hebben eerder geleerd dat spieren alleen trekkrachten kunnen uitoefenen en niet kunnen duwen. 
Daarom heb je een spier om naar rechts te draaien en een andere om naar links te draaien. 
We noemen dat antagonisten.
(klik hier voor een animatie van antagonisten)

In totaal zitten aan ieder oog zes spieren die de oogbewegingen regelen. deze spieren zitten vast aan de oogbol (het oogwit) én aan de schedel.

Slide 31 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de huid in dit plaatje?

Slide 32 - Open vraag

Wat gebeurt er met de huid in dit plaatje?

Slide 33 - Open vraag

Wat gebeurt er met de huid in dit plaatje? (brandwond)

Slide 34 - Open vraag

Wat gebeurt er met de huid in dit plaatje? (huidziekte psoriasis)

Slide 35 - Open vraag

Welke huidlaag (-lagen) is hierbij betrokken en wat is de functie daarvan?

Slide 36 - Open vraag

Welke huidlaag (-lagen) is hierbij betrokken en wat is de functie daarvan?

Slide 37 - Open vraag

Welke huidlaag (-lagen) is hierbij betrokken en wat is de functie daarvan?

Slide 38 - Open vraag

Welke huidlaag (-lagen) is hierbij betrokken en wat is de functie daarvan?

Slide 39 - Open vraag