Het huiswerk: cursus 3 Fictie - paragraaf 1 - opdracht 1/2/3
Slide 4 - Tekstslide
Doel
Ik leer verschillende soorten perspectief herkennen.
Slide 5 - Tekstslide
Voorkennis
We hebben een start gemaakt met het onderdeel 'fictie'.
Bij fictie leer je over verhalen en gedichten.
We kennen de sfeer en de setting al.
Slide 6 - Tekstslide
Instructie
In klas 1 heb je het gehad over de hoofdpersoon. Je weet alles van hem/haar, omdat je kunt lezen wat hij denkt en voelt.
= het perspectief ligt bij hem of haar
Slide 7 - Tekstslide
Instructie
Je hebt verschillende perspectieven:
ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven
hij/zij-perspectief: het verhaal is in hij-vorm/zij-vorm geschreven
wisselend perspectief: er wordt gewisseld tussen verschillende personages. Er wordt dan geschreven in de ik-vorm of in de hij-vorm/zij-vorm
Slide 8 - Tekstslide
Instructie
Wisselend perspectief:
Soms word je geholpen bij de wisselingen. In de titel van het hoofdstuk kun je dan bijvoorbeeld de naam lezen van diegene bij wie het perspectief ligt. Hoofdstuk 1 heet dan bijvoorbeeld 'Lieke' en hoofdstuk 2 heet dan bijvoorbeeld 'Lisa'. Als dit er niet is, dan moet je heel goed lezen ;)
Slide 9 - Tekstslide
Instructie
Het perspectief bepaalt in wie jij je inleeft of met wie je meeleeft.
Inleven = kunnen voorstellen hoe het is om iets mee te maken
Meeleven = je wilt graag dat het goed gaat met een personage
Slide 10 - Tekstslide
Filmpje
Slide 11 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 12 - Link
Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1 tot en 3 op bladzijde 66-69.
Ben je klaar? Kies uit:
- maak de woordzoeker
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk
Dinsdag 5 december:
- maak opdracht 1 tot en 3 op bladzijde 66-69
Slide 14 - Tekstslide
Poster leerstijlen
Ontwerp en maak een poster over de leerstijl die bij jou het duidelijkst naar voren kwam in de leerstijlentest. Gebruik verschillende lettertypen, lettergroottes en plaatjes.