In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Je leert deze les:
werken met beelddiagrammen en staafdiagrammen.
werken met een lijndiagrammen.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Dit noem je een
A
staafdiagram
B
plaatjestabel
C
figurendiagram
D
beelddiagram
Slide 3 - Quizvraag
In een beelddiagram maak ik gebruik van:
A
Figuren
B
Staafjes
C
Formules
D
Grafieken
Slide 4 - Quizvraag
Stelling: In een beelddiagram stelt een figuur ALTIJD 1 persoon of ding voor
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Bij een beelddiagram kunnen we de data nauwkeurig aflezen.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 6 - Quizvraag
Beelddiagram. Hoeveel posters zijn er op vrijdag verkocht?
A
7
B
21
C
13
D
70
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor diagram is hier afgebeeld?
A
staafdiagram
B
lijndiagram
C
beelddiagram
D
Histogram
Slide 8 - Quizvraag
Een staafdiagram wordt gemaakt met:
A
Figuren
B
Staven
C
Formules
D
Grafieken
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel leerlingen gaan lopend naar school?
A
8
B
4
C
11
D
30
Slide 10 - Quizvraag
In het staafdiagram hiernaast zie je de gewonnen medailles van Nederland, Duitsland en Frankrijk op de Olympische winterspelen. Hoeveel gouden medailles heeft Duitsland meer gewonnen dan Nederland?
A
14
B
3
C
6
D
8
Slide 11 - Quizvraag
Aan de slag
Zoek de wikiwijs van thema 4 op (somtoday mail)
Maak er een bladwijzer van
Schrijf bovenaan een nieuwe pagina in je schrift: Hoofdstuk 4: statistiek.
Maak opdracht 1 t/m 7 (sla opdracht 2 en 3c over) Tip: lees de theorie tussendoor
Klaar? Sla 8 over en ga verder werken vanaf opdracht 9