In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
H4.2
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
In een beelddiagram staan plaatjes!
In een staafdiagram staan verticale staven en los van elkaar
Slide 3 - Tekstslide
Dit noem je een
A
staafdiagram
B
plaatjestabel
C
figurendiagram
D
beelddiagram
Slide 4 - Quizvraag
In een beelddiagram maak ik gebruik van:
A
Figuren
B
Staafjes
C
Formules
D
Grafieken
Slide 5 - Quizvraag
Stelling: In een beelddiagram stelt een figuur ALTIJD 1 persoon of ding voor
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Bij een beelddiagram kunnen we de data nauwkeurig aflezen.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 7 - Quizvraag
Beelddiagram. Hoeveel posters zijn er op vrijdag verkocht?
A
7
B
21
C
13
D
70
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor diagram is hier afgebeeld?
A
staafdiagram
B
lijndiagram
C
beelddiagram
D
Histogram
Slide 9 - Quizvraag
Een staafdiagram wordt gemaakt met:
A
Figuren
B
Staven
C
Formules
D
Grafieken
Slide 10 - Quizvraag
Bij een staafdiagram moet je de staafjes:
A
Tegen elkaar aan tekenen
B
Los van elkaar tekenen
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel leerlingen gaan lopend naar school?
A
8
B
4
C
11
D
30
Slide 12 - Quizvraag
In het staafdiagram hiernaast zie je de gewonnen medailles van Nederland, Duitsland en Frankrijk op de Olympische winterspelen. Hoeveel gouden medailles heeft Duitsland meer gewonnen dan Nederland?
A
14
B
3
C
6
D
8
Slide 13 - Quizvraag
Huiswerk
Maken alle opdrachten van H4.2
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Hoe noemen we deze grafiek?
A
Cirkeldiagram
B
Staafdiagram
C
Lijndiagram
D
Beelddiagram
Slide 19 - Quizvraag
Is een lijndiagram altijd een rechte lijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Wat is onder andere belangrijk bij het maken van een lijndiagram?