schizofrenie en psychotische stoornissen

Schizofrenie en psychotische stoornissen


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schizofrenie en psychotische stoornissen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
- korte terugblik 
- schizofrenie en psychotische stoornissen
- opdracht
- afronding/ relatie eindopdracht beschouwing

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

- De student kan beschrijven wat een psychose is.

- De student kan uitleggen wat schizofrenie is.

- De student kent en herkent het verschil tussen positieve & negatieve symptomen.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezegde bij deze les: 
Je ziet ze vliegen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les

Psychopathologie en gestoorde psychische functies



https://youtu.be/IehtMYlOuIk




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is katonisch gedrag

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Katatonie
Bij een katatonie gaat er plots iets mis met de cellen in je hersenen. Die sturen dan veel minder of juist veel meer boodschappen naar elkaar. Dat zorgt voor allerlei klachten. Zo kun je moeite krijgen met bewegen, niet op je omgeving reageren, of je vreemd gaan gedragen.

Bijv. Stupor (beweegloos) of acathisie (niet stil zitten)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leroy durft zijn kamer niet meer op te gaan. Hij verteld dat er demonen ronddwalen die in hem willen kruipen en hem willen bezitten. Hij vertelt dat ze boos naar hem kijken, om hem heen dansen en wachten op een geschikt moment om toe te slaan.
A
Leroy heeft last van wanen
B
Leroy heeft last van hallucinaties
C
Leroy heeft teveel televisie gekeken
D
Leroy heeft last van mutisme.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joep denkt achtervolgd te worden door de CIA. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de CIA d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft mutisme
D
Joep heeft last van afasie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een psychose?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Psychose
Een psychose is een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit kwijt is. Hij ziet of hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en is overtuigd van bepaalde ideeën die niet kloppen (wanen).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie (grieks Schizo)

- Ontdekt Zwitserse Psychiater  Bleuler.

- Complex ziektebeeld: Denken, gevoelsleven en gedrag ernstig verstoord 

- Ziekte van de hersenen: neurotransmitters: serotonine en dopamine

- 1-100 mensen (100.000 in NL)

- ernstiger dan stemming, angst, minder ernstig Dementie/ delier.

- ontstaat in adolescentie (start kenmerken, psychose, leven verstoord)

- Meerdere persoonlijkheden achterhaalt wel meerdere stemmen..


Desintegratie (persoonlijkheid gaat verloren) en realiteitstoetsing (onveilig).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VP interventies schizofrenie
1. Houding en bejegening                            Behandeling:
2. Dagbesteding 
3. Communicatie
4. Medicatie
5. Risicovol gedrag
6. Sociaal netwerk
Worden deze les meegenomen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Positief betekent in dit geval dat er door de psychose bij jouw persoonlijkheid extra verschijnselen zijn bijgekomen, bepaalde eigenschappen zijn duidelijker geworden. 

Bij negatieve symptomen is er iets in jouw persoonlijkheid verdwenen, bepaalde eigenschappen zijn minder geworden of afgevlakt.
PDF comborditeit zie map GGZ

Slide 16 - Tekstslide

oorzaak:
Te vroeg geboren
keizersnede
gezin met psychiatrie

stress (scheiding, verhuizing)
Interventies:
1. Houding en bejegening (luisterend , ondersteunend, vertrouwensrelatie.) 
2. Dagbesteding (begeleiden ADL, structuur dag, sociaal/werk)
3. Communicatie
4. Medicatie
5. Risicovol gedrag
6. Sociaal netwerk (meegenomen, een contactpersoon, psycho-educatie voor fam.)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 1
Mathilde loopt om 2.00 uur ’s nachts over de gang, licht gebogen in haar pyjamajas en soms oninvoelbaar lachend. Ze praat met een denkbeeldig klein kindje dat ze over het hoofd aait. Als je vraagt wat er is, zegt ze dat ze niet kan slapen en veel stemmen heeft.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bas komt met grote, opengesperde ogen naar je toe lopen en zegt: ‘Jullie praten via de krant over mij, toch? Jullie hebben me vannacht ook ingestraald, dat heb ik gevoeld.’ Hij kijkt je wantrouwend aan.
A
Bas ervaart positieve symptomen
B
Bas ervaart negatieve symptomen
C
Bas ervaart een verminderd bewustzijn
D
Bas ervaart tremoren

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent een potje aan het schaken met Adriaan, een man van 57 jaar. Hij was ooit nationaal kampioen bij de junioren in het schaken. Na tien minuten schudt hij zijn hoofd en wil weg. Na tien minuten is hij nog niet terug. Als je hem zoekt, ligt hij op bed met zijn ogen dicht. Hij is moe, zegt hij.
A
Adriaan heeft last van negatieve symptomen
B
Adriaan heeft last van positieve symptomen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
positief: voegt iets toe aan gedrag/ vaardigheden wat er niet was en past bij het ziektebeeld (Wanen, Hallucinaties)

Negatief: er verdwijnt iets aan gedrag, vaardigheden die er eerst wel was.  (slechte ADL, geen initiatief)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roy heeft zijn televisie kapot gegooid. ‘Ik moest dit wel doen, anders vindt de aliens mij’, aldus Roy. Hij geeft aan dat ze hem via zijn televisie op kunnen sporen en hij wil niet dat ze hem vinden.

A
Roy heeft een waan
B
Roy heeft een hallucinatie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Interventies VP:
1. Houding en bejegening 
2. Dagbesteding
3. Communicatie (een aanspreekpunt, Expressed emotion EE, checken en bevestigen klopt het dat?) 
4. Medicatie (zie PDF, rond laten gaan.) 
5. Risicovol gedrag : observeren, signaleren en preventie, Kernteam MDO.
6. Sociaal netwerk 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesprek stemmen

1 zorgvrager

1 hulperlener

1 stem


Observanten:

- Wat gebeurt er?


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen check

- De student kan beschrijven wat een psychose is.

- De student kan uitleggen wat schizofrenie is.

- De student kent en herkent het verschil tussen positieve & negatieve symptomen.



Gezegde je ziet ze vliegen... 


En eindopdracht?



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les

- Terugblik deze les

- Stemmingsstoornissen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies