Verbanden grote getallen en volgorde rekenkundige bewerkingen

Wat gaan we deze les doen?
  • Verbanden
  • grote getallen
  • rekenvolgorde
  • zelfst werken
                                            Lesduur totaal 60 minuten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Verbanden
  • grote getallen
  • rekenvolgorde
  • zelfst werken
                                            Lesduur totaal 60 minuten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

 Getallen als 10, 20, 30 en 40 heten tientallen.
Afronden op een tiental betekent het tiental zoeken dat het dichtstbij ligt.
Bijvoorbeeld: 37 afgerond op een tiental is 40.
Het getal 35 ligt precies tussen de tientallen 30 en 40. We spreken af dat we 35 afronden 'naar boven', dus naar 40.
Getallen als 100, 200, 300 en 400 heten honderdtallen. Afronden op een honderdtal betekent het honderdtal zoeken dat het dichtstbij ligt.
Bijvoorbeeld: 242 afgerond op een honderdtal is 200.
250 afgerond op een honderdtal is 300.

Slide 3 - Tekstslide

Getallen als 1000, 2000, 3000 en 4000 heten duizendtallen.
Afronden op een duizendtal betekent het
duizendtal zoeken dat het dichtstbij ligt.
Bijvoorbeeld: 8712 afgerond op een duizendtal is 9000.
1199 afgerond op een duizendtal is 1000.
Op dezelfde manier kun je ook afronden op
tienduizendtallen, honderdduizendtallen, etc

Slide 4 - Tekstslide

Over een cd loopt een zogenaamd spoor waarop de gegevens
worden opgeslagen.
Zo’n spoor bevat 5,24 miljard puntjes.
Op 1 meter spoor zitten 1 miljoen puntjes.
Hoeveel meter zit er op een spoor?

Slide 5 - Woordweb

Doel: Verbanden
Na deze les zijn verbanden vinden van gegevens en formules opgefrist.

Slide 6 - Tekstslide

Verbanden
Tabellen en schema's

Diagrammen

Formules en grafieken

Slide 7 - Tekstslide

Doel van tabellen, grafieken
  • Overzichtelijk

  • feitelijk

  • concreet

Slide 8 - Tekstslide

Kolommen diagram
Schema
Lijngrafiek
Woordformule

Slide 9 - Sleepvraag


A
2
B
4
C
1
D
7

Slide 10 - Quizvraag

Zoekterm: grafiek Corona

Slide 11 - Tekstslide

Rekenvolgorde...
Wat is de goede volgorde?
(wortels, machten, delen, optellen, haakjes, aftrekken, vermenigvuldigen)

Slide 12 - Woordweb

Voor de regenvolgorde bestaat er een handig ezelsbruggetje
:
Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen?
H voor Haakjes wegwerken
M voor machtsverheffingen, W voor worteltrekken
V voor vermenigvuldigen, D voor delen
O voor optellen, A voor aftrekken

Slide 13 - Tekstslide

paar bordvoorbeelden...

Slide 14 - Tekstslide

32 + 8 x 3 - 6 : 2 =
A
117
B
57
C
4
D
53

Slide 15 - Quizvraag

6 + 10 x (5-3) : 5 +8 =
A
14,5
B
3,8
C
18
D
25

Slide 16 - Quizvraag

Formules   

y= ax + b

Voorbeeld
  • Boetes voor te snel rijden bestaan uit:
  • Administratiekosten € 50,00 en per te hard gereden kilometer € 5,00
  • Formule wordt dan:
  • Boete = 50 + 5 x (gemeten snelheid – toegestane snelheid)


Beschrijven het verband tussen verschillende gegevens

Slide 17 - Tekstslide

een kaars heeft de formule
Lengte = 21 - 3 x branduren.
Na hoeveel uur is de kaars opgebrand?
A
21
B
3
C
7
D
18

Slide 18 - Quizvraag

Je gaat naar dit hotel.
de formule is dus
Kosten= 22 + 115x N (N = aantal nachten)

Hoeveel moet je betalen voor 8 nachten?
A
1 096
B
291
C
942
D
145

Slide 19 - Quizvraag

Je organiseert een Hollandse avond. De zaalhuur is 245,-. Iedere gast betaalt 37,50 incl drank. Hoe bereken je je omzet?
A
Omzet = 37,50 x aantal
B
Omzet = aantal : 37,50
C
Omzet = 37,50 x aantal- 245
D
Omzet= aantal : 37,50 + 245

Slide 20 - Quizvraag

zet in een formule :
Het restaurant heeft een kapotte koeling...
voorrijkosten zijn 27,50 en per uur kost de monteur Eur 23,50. De materialen vallen gelukkig in het servicepakket en geven geen extra kosten.

Slide 21 - Woordweb

Hoe schrijf je 5 miljoen tijdens je examen?
A
5.000.000
B
5000000
C
5miljoen
D
?

Slide 22 - Quizvraag

6 ton = ? euro

Slide 23 - Open vraag


Van hoeveel deelnemers is rock het favoriete muziekgenre?

A
34,7
B
144
C
184
D
128

Slide 24 - Quizvraag

Een zesde van de leerlingen die vmbo-t volgen op het DaVinci College wil doorstromen naar de havo.

Hoeveel leerlingen die vmbo-t volgen op het DaVinci College willen doorstromen naar de havo?

Slide 25 - Open vraag

Uitleg
een zesde= 1/6
aantal leerlingen vmbo T= 16% van 1200
1200 : 100 x 16 = 196

1/6 van 196= 196 : 6 = 32

Slide 26 - Tekstslide

Tijdens Ivo’s parachutesprong duurde de vrije val 45 seconden.
Hij viel 2700 meter.

Wat was Ivo’s gemiddelde snelheid tijdens de vrije val?

Slide 27 - Open vraag

Uitleg
45sec over 2700m
eerst m/s= m per 1 sec
2700 : 45 = 60

60 m/s 
60 x 3,6= 216 km/u

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we geleerd?
- verbanden verbindt de voorgaande domeinen
-verbanden van gegevens vinden, toepassen en omzetten in grafieken, formules, diagrammen etc.
Huiswerk
- Reader: Verbanden: opdracht  2,4,5,7
- Oefentoets 
Volgende keer
TOETS

Slide 29 - Tekstslide