6.3 bevruchting

Thema 6 : Voortplanting bij planten en dieren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 6 : Voortplanting bij planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Controle en bespreken huiswerk (20 minuten)
  • Herhalen vorige les (10 minuten)
  • Bevruchting (20 minuten)
  •  Quizje (10 minuten)
  • Opdrachten 1 t/m 3 (15 minuten)
  • Afsluiting (5 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Pak je huiswerk erbij. Welke opdrachten vond je moeilijk?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stamper komen
B
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
C
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van insectenbloemen?
A
kroonbladeren fel gekleurd
B
stempel groot
C
meeldraden buiten de bloem

Slide 5 - Quizvraag

Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?
A
weinig
B
veel

Slide 6 - Quizvraag

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 7 - Quizvraag

Kruisbestuiving vind plaats bij route
A
1
B
2
C
1 en 2
D
1,2 en 3

Slide 8 - Quizvraag

6.3 Bevruchting

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Doelstelling 6.3 Bevruchting
  •  beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
  • de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.


 
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

6.3 Bevruchting
Het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel

Slide 12 - Tekstslide

Stamper: vrouwelijk geslachtsorgaan
Afbeeldingsresultaat voor vruchtbeginsel
Herhaling 6.1

Slide 13 - Tekstslide

Meeldraad
De meeldraad is het mannelijke deel van de bloem. 

De meeldraad bestaat uit de helmdraad en helmknop (met stuifmeelkorrels). 

Slide 14 - Tekstslide

6.2 Bestuiving

Bestuiving:

Is het overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.


Dit kan alleen als de stuifmeel op de stempel komt van DEZELFDE bloemensoort.


Er zijn 2 manieren van bestuiving:

via insecten 

via de wind

Slide 15 - Tekstslide

6.3 bevruchting Bevruchting

Na bevruchting:


Zaadbeginsel --> zaad


Eicel --> kiemplantje

Slide 16 - Tekstslide

Meerdere stuifmeelbuizen
Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen door de stijl groeien.

Die gaan naar verschillende zaadbeginsels

Als een eicel bevrucht is, kan een zaad ontstaan. 


Als een eicel niet wordt bevrucht, groeit 
DAT zaadbeginsel niet uit tot zaad

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 19 - Quizvraag

Hoe vaak is
de appel minimaal bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?
A
ontwikkelen zich tot zaden
B
verschrompelen
C
die worden groter
D
die krijgen bloemen

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel stuifmeelkorrels kunnen een eicel bevruchten
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 22 - Quizvraag

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag
Wat > Opdracht 1 t/m 4
Hoe lang? > 15 minuten
Hoe? > Online, samenwerken
Hulp? > Lesstof basisstof 6.3. Geen vragen
Klaar? > verder met begrippenlijst aanvullen


timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
voor 30 sept: 
SO basisstof 1 t/m 3

Maken: Opdrachten 5 t/m 9 basisstof 6.3
Begrippenlijst verder aanvullen
Lessen komen in LessonUp!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video