3.3 Geloven en weten (deel 2vd2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

3.3 Geloven en weten (deel 2)

Planning van de les

Helpen bij huiswerk 3.3

Uitleg deel 2 paragraaf 3.3

Doelen van de les

Aan het einde van deze les weet je....

...Hoe je hoe Griekse wetenschappers gingen denken en onderzoeken.

...KA: burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.

Een broer van Zeus

Kronos 

Vader van Zeus

Oppergod (god der goden)

Kronos wil zijn kinderen opeten

Minotaurus:

Monster opgesloten in een doolhof op Kreta

Theseus: 

Zoon van de koning van krete doodde Minotaurus met het zwaard van zijn vader

Vanaf de 6e eeuw v. Chr.

• Waren er steeds meer Grieken die mythische verklaringen niet meer geloofden.
• Ze gingen hun verstand gebruiken om dingen uit te leggen.
• Daarvoor deden sommige Grieken nauwkeurig onderzoek en probeerden ze logisch na te denken.
• Deze Grieken werden filosofen genoemd

Filosofen

• Letterlijk: Liefhebbers van de wijsheid.
• Het omvatte alle wetenschappen. 
• Tegenwoordig is het een aparte wetenschap.

Wat zijn voorbeelden van wetenschappen waar Griekse filosofen zich in zouden kunnen verdiepen?

Hippocratus: ziektes hadden geen goddelijke, maar biologische oorzaak

Herodotus: ‘vader van de geschiedschrijving’

Pythagoras en Archimedes: wiskundige en natuurkundige stellingen

Socrates: zoektocht naar de waarheid → stelde veel vragen

Aristoteles

Plato

Plato

• Leerling van Socrates
  
• Plato had veel belangstelling voor onder andere de Atheense democratie. Verder stichtte Plato een eigen school, de Academie.
  
• De Academie van Plato was een plek waar leerlingen vrij met elkaar in gesprek konden gaan over verschillende onderwerpen.

Planning van de les

Helpen bij huiswerk 3.3

1 t/m 8 (-7)

Uitleg deel 2 paragraaf 3.3