Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Operationeel inzetbaar les 4- Trainingsprincipes
Operationeel inzetbaar
Les 4- trainingsleer
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Voeding
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Operationeel inzetbaar
Les 4- trainingsleer
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud deze les
Terugblik les 3- Krachttraining
Wat is trainen
De trainingsprincipes
Progressieve overload
Herstel en Supercompensatie
Specifiteit
Reversibiliteit
Slide 2 - Tekstslide
Noem twee voorbeelden van krachttraining met het eigen lichaamsgewicht.
Slide 3 - Open vraag
Welk antwoord is juist?
A
Trainen van kracht uithoudingsvermogen is 2-6 herhalingen
B
Bodybuilders trainen vooral maximaal spierkracht
C
Bij vaste fitnessapparaten train je vooral spiercoördinatie
D
Voor het opbouwen van spiermassa maak je 6-12 herhalingen
Slide 4 - Quizvraag
Welk plaatje hoort bij welke trainingsmiddel?
Alternatieve materialen
Vrije gewichten
Eigen lichaamsgewicht
Apparaat
Alternatieve materialen
Slide 5 - Sleepvraag
Wat versta jij onder trainen?
Slide 6 - Woordweb
Wat is trainen?
Trainen is het regelmatig toedienen van een prikkel om je prestatie te verbeteren.
Om meer spiermassa te krijgen, zou je 2-3 keer in de week aan krachttraining moeten doen.
Slide 7 - Tekstslide
Vier componenten om je sporttraining te verbeteren
Fysieke gesteldheid (conditie, kracht, snelheid etc.)
Techniek (effectief en efficiënt bewegingen maken)
Tactiek (strategie om je prestatie te verbeteren)
Mentale gesteldheid.
Jouw prestatievermogen wordt bepaald door de wisselwerking tussen deze vier componenten.
Slide 8 - Tekstslide
CLUSK
CLUSK: Coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, snelheid, kracht
Deze basisvaardigheden (grondmotorische vaardigheden) heb je nodig om je algehele conditie te verbeteren.
Vooral uithoudingsvermogen en kracht zijn goed trainbaar
Slide 9 - Tekstslide
De trainingsprincipes
De trainingsprincipes helpen je om gezond en effectief te trainen:
Je weet hoe je moet trainen
Hoe vaak moet je trainen
Waar en wanneer je het beste kan trainen
Conclusie: minder blessures en daardoor sneller vooruitgang.
Slide 10 - Tekstslide
De trainingsprincipes
1. Progressieve overload
2. Herstel en supercompensatie
3. Specifiteit
4. Reversibiliteit
Slide 11 - Tekstslide
Progressieve overload
Slide 12 - Tekstslide
Na een training gaat het lichaam zich aanpassen
Lichaam raakt gewend aan de trainingsprikkel, je wordt sterker
Je zal dus steeds meer overload (grotere prikkel) moeten toevoegen om je prestatie te vergroten.
Een maand geleden deed je een squat met 40 kilo dat vond je zwaar, nu zit je op 44 kilo.
Slide 13 - Tekstslide
Herstel en supercompensatie
Lichaam reageert op vermoeidheid.
Fase 1: Trainen
Fase 2: Rust en herstellen van de training
Fase 3: Supercompensatie, lichaam voldoende hersteld en is aangepast.
Fase 4: Lichaam weer op beginniveau. Start met volgende training.
Slide 14 - Tekstslide
De hersteltijd is afhankelijk van de soort training, intensiteit en duur.
Voor krachttraining staat bv. 24 tot 48u.
Als je op maandag je borst traint, zou je in theorie op woensdag de volgende training voor de borst kunnen doen.
Het effect van supercompensatie ontstaat pas tijdens de herstelfase, niet tijdens de training.
Supercompensatie vindt alleen plaats als er overload is gecreëerd.
Slide 15 - Tekstslide
Specifiteit
'Train as you fight'
Slide 16 - Tekstslide
Specifiteit: de beweging of activiteit die je traint daar word je beter in.
Wil je een marathon lopen, dan zal je toch echt moeten gaan
Slide 17 - Tekstslide
Reversibiliteit
''Omkeerbaarheid''
Na een lange tijd van (actieve) rust of blessureleed, zijn trainingen en dus je fysieke gesteldheid omkeerbaar.
Als je stopt met trainen zak je weer terug in niveau.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Na een tijd niet te hebben getraind, welke motorische vaardigheid neemt als eerste af in niveau?
A
Kracht
B
Uithoudingsvermogen
C
Snelheid
Slide 20 - Quizvraag
Uithoudingsvermogen en kracht zullen als eerste afnemen na een tijd van
inactiviteit (rust of blessure)
.
Slide 21 - Tekstslide
Tom doet aan krachttraining. Hij traint op maandag en dinsdag altijd zijn borst. Welke trainingsprincipe past hij nu niet goed toe?
A
Herstel en supercompensatie
B
Reversibiliteit
C
Er is niks mis met zijn trainingsdagen
D
Train as you fight (specifiteit)
Slide 22 - Quizvraag
Opdracht Teams
Invulopdracht les 4:
Vul de trainingsprincipe op de juiste plek in.
Slide 23 - Tekstslide
Volgende les vervolg trainingsprincipes
Lezen reader Fysiek vorming:
blz. 4 t/m 12.
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Operationeel inzetbaar les 4- Trainingsprincipes
Maart 2022
- Les met
28 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
Belasting en herstel
Januari 2023
- Les met
19 slides
Lichamelijke opvoeding
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Trainingsvormen en trainingsprincipes deel 2
20 dagen geleden
- Les met
21 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
Operationeel inzetbaar les 5- trainingsprincipes deel 2
Juni 2022
- Les met
24 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
Les 3 Trainen en herstellen
Januari 2023
- Les met
21 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
Les 4- trainen en herstellen deel 2
Maart 2023
- Les met
25 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
VeVa fit les 3- Je eigen trainingsschema
April 2024
- Les met
15 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
BSM les 1.7 deel 2
Maart 2021
- Les met
14 slides
Lichamelijke opvoeding
Middelbare school