Nederlands htv 1e jaars les 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Programma van vandaag

Planning bespreken

terugblik

Inleiding: Boek Starttaal 3F hoofdstuk 5:

p. 73 – 77

Terugblik

Studiemeter taalverzorging als of dan

Wanneer gebruik je 'als'?

1. bij hetzelfde
2. bij de vergrotende trap

Maak de zin af:
Hij heeft een grotere auto .....

1. dan mij
2. als ik
3. dan ik
4. als mij

Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.

1. als en hem
2. als en hij
3. dan en hem
4. dan en hij

Ben jij groter als/dan ik?

1. als
2. dan

Kun je even lang fluiten als/ dan ik?

1. als
2. dan

Jan is even slim... Marie

1. dan
2. als

Inleiding: 

Boek Starttaal 3F hoofdstuk 5:

p. 73 – 77

p. 74 Manieren van communiceren

p. 74 Manieren van  communiceren

1. Verbale communicatie
   
2. Non-verbale communicatie
3. Eenzijdige communicatie
   
4. Meerzijdige communicatie
5. directe communicatie
6. indirecte communicatie

non-verbale communicatie

verbale communicatie

gesproken en geschreven taal

Eenzijdige en meerzijdige communicatie

• eenzijdige communicatie: 

Je bent of de zender of de ontvanger

bijv.: krantenartikel, folder, presentatie

• meerzijdige communicatie: 

Je bent zender en ontvanger

bijv.: chatten, gesprek, interview

Communicatievormen

Directe en indirecte communicatie

Directe communicatie: 

'face-to-face-contact'

telefoongesprek, presentatie

Indirecte communicatie: 

'niet bij elkaar in dezelfde ruimte'

e-mail, voicemail

Maken p. 73 - 74 -75

in tweetallen

Doelgericht spreken

Theorie 3 p. 76

1. Afstemmen op spreekdoel 

2. Afstemmen op publiek: formeel en informeel taalgebruik

spreekdoel	kenmerken	soort tekst?
informeren	feiten in plaats van meningen	?
Instrueren	uitleg in stappen	?
Overtuigen	standpunt met argumenten	?

Opdracht 3

p. 76

Informeer je klasgenoot over de geschiedenis van een sociaal netwerk. Gebruik hiervoor +/- 10 sleutelwoorden.

Stem jouw boodschap af op je spreekdoel en je publiek.

huiswerk

studiemeter: woordenschat betekenissen en contextzinnen afmaken.