In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
terugblikken §1.4
terugblikken H1
oefenopgave
"speed-test"
afsluiten les
Slide 1 - Tekstslide
Vragen §1.4
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik §1.4
Slide 3 - Tekstslide
Opgave 51
Slide 4 - Tekstslide
Opgave 51
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 51
Slide 6 - Tekstslide
Vragen H1
Slide 7 - Tekstslide
Terugblik H1
Slide 8 - Tekstslide
Stelling: Hefbomen hebben altijd een draaipunt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Het draaipunt zit bij punt
A
P
B
Q
C
R
Slide 10 - Quizvraag
Welke hefboom geeft de meeste kracht?
A
Hefboom A
B
Hefboom B
C
Hefboom C
D
geen van alle
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de functie van een hefboom?
A
Een hefboom is een krachtversterker
B
Een hefboom is een krachtverslapper
C
Een hefboom is een grotere arm
Slide 12 - Quizvraag
De arm van een kracht is
A
de korte afstand vanaf de kracht naar het draaipunt
B
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar de werklijn van kracht B.
C
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar het draaipunt
D
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht B naar het draaipunt
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de werking van een vast katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets
Slide 14 - Quizvraag
Bereken de trekkracht in D
A
24 N
B
12 N
C
8 N
D
6 N
Slide 15 - Quizvraag
Een leerling trekt een massablok van 2 kg op.
Hoeveel losse katrollen heeft deze takel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Tandwiel 3 draait in één seconde 1x rechtsom.
Tandwiel 2 draait dan
A
in 1 seconde sneller rechtsom
B
in 1 seconde langzamer rechtsom
C
in 1 seconde langzamer linksom
D
in 1 seconde sneller linksom
Slide 17 - Quizvraag
Oefenopgave
Wanneer zal de poes in het water vallen?
Welke formules ga je gebruiken?
1
Hoe bereken je zwaartekracht?
3
Hulpvragen:
Welke grootheden heb je nodig en hoe kom je hieraan?
2
timer
20:00
Slide 18 - Tekstslide
Voorbereiden op een Toets!
Lees de tekst van de paragraaf door;
Maak een lijst van de signaalwoorden (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
Maak nog wat opgaven, misschien ook uit de groene - of blauwe route;
Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;