07-04 H3 spelling werkwoorden klas 2e

Spelling koppelteken en weglatingsstreepje
Ik kan persoonsvormen in de tegenwoordige tijd op -d en -dt correct spellen.
Filmpje en groene blok werkwoorden.
Deze lessonup doornemen.

Nederlands
07-04
Spelling werkwoorden opdracht 1 t/m 4 maken
Spelling koppelteken en weglatingsstreepje afmaken van donderdag opdracht 1 t/m 5
Hoe ging het?
Kun je nu persoonsvormen in de tegenwoordige tijd correct spellen?

Elke les Nederlands leesboek mee.
Afmaken spelling voor morgen! Werkwoorden opdracht 1/m 4
koppelteken en weglatingstreepje opdracht 1 t/m 5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling koppelteken en weglatingsstreepje
Ik kan persoonsvormen in de tegenwoordige tijd op -d en -dt correct spellen.
Filmpje en groene blok werkwoorden.
Deze lessonup doornemen.

Nederlands
07-04
Spelling werkwoorden opdracht 1 t/m 4 maken
Spelling koppelteken en weglatingsstreepje afmaken van donderdag opdracht 1 t/m 5
Hoe ging het?
Kun je nu persoonsvormen in de tegenwoordige tijd correct spellen?

Elke les Nederlands leesboek mee.
Afmaken spelling voor morgen! Werkwoorden opdracht 1/m 4
koppelteken en weglatingstreepje opdracht 1 t/m 5

Slide 1 - Tekstslide

Volgorde les:
1 Startopdracht maken online samen 
(iemand deelt zijn scherm met Julian, zodat hij mee kan kijken bij 1 en 2)
2 filmpje kijken online samen
3 Daarna lessonup doornemen samen (Julian deelt zijn scherm met jullie)
4 Daarna aan de slag met opdrachten (alleen)

Deze lesstof is niet nieuw, het gaat over de spelling van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. 


Slide 2 - Tekstslide

De STAM van een werkwoord

De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen; wat je overhoudt, is de stam.




Bijvoorbeeld:

worden - en = word

leiden - en = leid

houden -en = houd


Slide 3 - Tekstslide

De STAM van een werkwoord

Soms ziet de stam van het werkwoord er gek uit





geloven - en = gelov

reizen - en = reiz

lopen - en = lop



Slide 4 - Tekstslide

De STAM van een werkwoord

Als je het woord moet schrijven, pas je de stam aan

naar de ik-vorm





geloven - en = gelov - de ik-vorm = geloof

reizen - en = reiz - de ik-vorm = reis

lopen - en = lop - de ik-vorm = loop


Slide 5 - Tekstslide

De persoonsvorm spellen in de

tegenwoordige tijd


Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat,

zijn er maar drie mogelijkheden

Slide 6 - Tekstslide

1. STAM

Enkelvoud ik-vorm of jij/je erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij/je

fiets jij/je

praat jij/je

vind jij/je


Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Kun je "je" door "jij" vervangen dan ik-vorm.

Loop je? ("je" kun je vervangen door "jij"dus stam)
Loopt je vader? ("je" kun je niet vervangen door "jij", wel door "jouw", "je vader" is "hij" dus stam +t)

Slide 8 - Tekstslide

2. STAM + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t


jij loopt

hij fietst

zij/ze praat

u praat

Fred vindt

Slide 9 - Tekstslide

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord (infinitief)


wij lopen

zij/ ze fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Hij betaalt de rekening. 
Hij heeft de rekening betaald
Marnix bestelt de boeken online. 
De boeken zijn besteld
Marloes verwent haar kat met een blikje vlees.
Dat kind is een beetje verwend.


Slide 11 - Tekstslide

Bedenk een zin met
bepaalt en bepaald

bewaart en bewaard

(soms verandert de betekenis ook, zoals bij opdracht 4.1)

Slide 12 - Tekstslide

Ik (beantwoorden) de vraag.

Slide 13 - Open vraag

Het vliegtuig (landen) op Schiphol.

Slide 14 - Open vraag

Melvin (laden) zijn telefoon op.

Slide 15 - Open vraag

(vermoeden) je vader dat je liegt?

Slide 16 - Open vraag

(verbranden) je snel in de zon?

Slide 17 - Open vraag

(Vinden) je zus dat ook?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag:
Maak opdracht 1 t/m 4

Slide 19 - Tekstslide

Spelling koppelteken en weglatingsstreepje
Ik kan persoonsvormen in de tegenwoordige tijd op -d en -dt correct spellen.
Filmpje en groene blok werkwoorden.
Deze lessonup doornemen.

Nederlands
07-04
Spelling werkwoorden opdracht 1 t/m 4 maken
Spelling koppelteken en weglatingsstreepje afmaken van donderdag opdracht 1 t/m 5
Hoe ging het?
Kun je nu persoonsvormen in de tegenwoordige tijd correct spellen?

Elke les Nederlands leesboek mee.
Afmaken spelling voor morgen! Werkwoorden opdracht 1/m 4
koppelteken en weglatingstreepje opdracht 1 t/m 5

Slide 20 - Tekstslide