Je kunt de kenmerken van een pluriforme samenleving beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe socialisatie plaatsvindt.
Je kunt de relatie beschrijven tussen socialisatie en cultuur en tussen socialisatie en identiteit.
Leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Verschillen of overeenkomsten?
Hokjes denken, vooroordelen, stereotypering.
Slide 3 - Tekstslide
Verschillen of overeenkomsten?
Pluriforme samenleving
Een samenleving waarin veel verschillende opvattingen, gedragingen, levensbeschouwingen, religies en culturen, gewoonten en gebruiken mogelijk zijn.
Nederland is een pluriforme samenleving.
Pluri' betekent 'veel' en 'forma' betekent 'vorm' Nederland is een veelvormige samenleving.
Slide 4 - Tekstslide
Wat hebben wij met elkaar gemeen?
Op het eerste oog verschillen we veel van elkaar, toch hebben we ook veel met elkaar gemeen.
Sommige dingen zijn aangeboren en sommige dingen moet je aanleren.
Basisbehoeften: Alle mensen hebben dezelfde basisbehoeften om te overleven: voedsel, beschutting, bescherming, waardering van anderen en kennis over de wereld.
Slide 5 - Tekstslide
Wat hebben wij met elkaar gemeen?
Afhankelijkheid van anderen: Vanaf de geboorte heb je andere mensen nodig; voor verzorging en bescherming. Het behoren tot verschillende groepen is nodig voor overleving en ontwikkeling. Hierna school, de buurt, sportclub, geloof, werk etc.
Leren door imitatie: Mensen leren grotendeels door imitatie van gedrag in hun omgeving; spreken van een taal
Slide 6 - Tekstslide
Wat hebben wij met elkaar gemeen?
Opvoeding en sociale normen: Opvoeding en sociale omgeving spelen een belangrijke rol bij het aanleren van waarden, normen en gedragsregels. Dit proces wordt socialisatie genoemd.
Ze nemen de cultuur van de groep over en gaan zich gedragen naar wat in die groep normaal (‘volgens de norm’) wordt gevonden.
Kinderen leren doordat de mensen in hun omgeving nadrukkelijk zeggen wat ze wel en niet moeten doen, en welk gedrag wel en niet normaal is.
Slide 7 - Tekstslide
Wat hebben wij met elkaar gemeen?
De manier waarop mensen leren vertoont veel overeenkomsten, maar wat ze precies leren, kan verschillen.
Hierdoor ontstaan in de samenleving dus weer verschillen tussen mensen: pluriformiteit.
Slide 8 - Tekstslide
Drinken onder de achttien, wel of niet normaal?
De overheid ziet alcoholgebruik onder jongeren als ongewenst. Wetgeving zoals 'NIX18' ingesteld. Minderjarigen betrapt op bezit alcohol in openbaar kunnen sancties krijgen -> Formele sanctie
Op een hangplek aangesproken worden door buurtgenoten of 'dreiging' om naar ouders/ politie te gaan -> Informele sanctie
Slide 9 - Tekstslide
Drinken onder de achttien, wel of niet normaal?
Er is sprake van sociale controle wanneer mensen het gedrag van anderen controleren en hen door middel van informele sancties aan de geldende norm laten houden.
Dit kan gebeurden met een positieve sanctie of negatieve.
Slide 10 - Tekstslide
Drinken onder de achttien, wel of niet normaal?
Ouders, school, overheid en vriendengroepen spelen een rol in de socialisatie. Zij zijn allemaal voorbeelden van socialiserende instituties.
Op een bepaald moment is correctie en controle door de omgeving niet meer nodig; gedrag is normaal of een gewoonte -> Geïnternaliseerd gedrag
Slide 11 - Tekstslide
Identiteitsdriehoek van Hofstede.
Door socialisatie ontwikkel je een persoonlijke en een sociale identiteit.
Een sociale identiteit ontleen je aan de groepen waarvan je deel uitmaakt en waarmee je je verbonden voelt-> Nederlander, wel of niet gelovig, plaats.
Meerdere groepen -> Meerdere sociale identiteiten
In de basis delen alle mensen dezelfde menselijke natuur. Door te socialiseren is bepaald gedrag geïnternaliseerd. Zo ontwikkel je een sociale en een persoonlijke identiteit, die uiteindelijk leiden tot ieders unieke persoonlijkheid.
We hebben dus veel met elkaar gemeen.. maar we behandelen elkaar niet altijd als gelijke...
Slide 12 - Tekstslide
Lezen H4.1 Zijn we verschillend of lijken we op elkaar?
Blz. 182/189
Opdrachten maken: Kennis en begrip 1 tot en met 6 + een toepassingsvraag naar keuze!