voorbereiding fitnessexamen

Voorbereiding fitnessexamen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FitnessMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding fitnessexamen

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat zijn de taken van de assistent fitnesstrainer?

Slide 2 - Open vraag

Een assistent fitnesstrainer is vooral gastheer/gastvrouw

Slide 3 - Tekstslide

2. Wat hoort er bij de uitstraling van een persoon?

Slide 4 - Open vraag

Bij de uitstraling van een persoon horen:
  • lichaamshouding
  • uiterlijk
  • kleding

Slide 5 - Tekstslide

3. Waarom heeft een fitnesscentrum huisregels?

Slide 6 - Open vraag

Huisregels zijn ervoor om de orde en veiligheid te waarborgen

Slide 7 - Tekstslide

4. Wat is belangrijk voor het vergroten van de tevredenheid van de klant?

Slide 8 - Open vraag

Voor het vergroten van de klanttevredenheid:
  • De klant groeten
  • De naam van de klanten onthouden
  • De klanten laten merken dat je ze opgemerkt hebt

Slide 9 - Tekstslide

5. Wat is een orgaan?

A
bekken
B
darmen
C
kniebanden
D
billen

Slide 10 - Quizvraag

6. Welk deel van de wervelkolom heeft de meeste wervels?
A
hals
B
borst
C
lenden
D
heiligbeen

Slide 11 - Quizvraag

7. Bij welk energiesysteem kan verzuring optreden?

Slide 12 - Open vraag

Verzuring treedt op bij het anaërobe systeem

Slide 13 - Tekstslide

8. Wat kan er gebeuren als de intensiteit v/d inspanning, tijdens de warming-up, te snel stijgt?

Slide 14 - Open vraag

dan kunnen er steken in de zij ontstaan.

Slide 15 - Tekstslide

9. Wat is supercompensatie?

Slide 16 - Open vraag

supercompensatie is het trainingseffect dat je wil bereiken.

Slide 17 - Tekstslide

10. Waar dien je bij cardiotraining rekening mee te houden?

Slide 18 - Open vraag

Bij cardiotraining moet je er rekening mee houden dat er vochtverlies optreedt

Slide 19 - Tekstslide

11. Bij welk cardiotoestel moet je het meest op de veiligheid letten?
A
De roeimachine
B
De fiets
C
De loopband
D
De crosstrainer

Slide 20 - Quizvraag

12. Wat is het nadeel van de methode van Karvonen t.o.v. de regel: 220 - leeftijd = maximale hartslag?
A
Het is nauwkeuriger
B
Je moet de rusthartslag weten
C
Je moet dit door de administratie uit laten rekenen
D
Geen van de antwoorden is goed

Slide 21 - Quizvraag

13. Om het cardiovasculaire systeem te trainen, moet je een groot deel van je lichaam gebruiken. Hoeveel minimaal?
A
1/8 deel
B
1/6 deel
C
1/4 deel
D
1/2 deel

Slide 22 - Quizvraag

14. Welke van de volgende oefeningen is een schouderoefening?
A
De leg press
B
De abdominal machine
C
De squat
D
De front raise

Slide 23 - Quizvraag

15. Wat kun je meten met de testmethode Astrand(test)?
A
Of iemand een goed uithoudingsvermogen heeft
B
Of iemand te weinig kracht heeft
C
Of iemand teveel gewicht heeft voor zijn lengte
D
Of iemand een hoge bloeddruk heeft

Slide 24 - Quizvraag