Fitness theorie blok 1, 2 en 3

Fitness 
Theorie blok 1, 2 en 3 
(hoofdstuk 1 t/m 5)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FitnessMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Fitness 
Theorie blok 1, 2 en 3 
(hoofdstuk 1 t/m 5)

Slide 1 - Tekstslide

solliciteren naar een baan in de fitness
Volgens de Nederlandse wet hoef je niet in het bezit te zijn van een (rijkserkend) diploma om fitnesstraining te mogen geven.
Daarnaast is er ook geen CAO voor de fitnessbranche waarin bijvoorbeeld afspraken over salarissen zijn vastgelegd.
Dit betekent dat je zelf verantwoordelijk bent om succesvol te worden in de fitnessbranche.

Slide 2 - Tekstslide

Je zorgt dat je toch een goede opleiding volgt om meer kans te maken op een baan, stelt een nette curriculum vitae op, onderhandelt met de werkgever over het salaris en werkt vervolgens hard voor je baan.

Slide 3 - Tekstslide

Om bij een sollicitatie de meeste kans te maken, zorg je voor:
  • Een goede rijkserkende opleiding.
  • Eigen trainingservaring in de sport.
  • Een nette curriculum vitae.
  • Een verzorgde en enthousiaste uitstraling.
  • Een goede voorbereiding (zoals het vooraf bekijken welke activiteiten het fitnesscentra aanbiedt).
  • Professioneel gedrag, zoals op tijd komen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat behoort zoal tot de functie van assistent fitnesstrainer?

Slide 5 - Open vraag

Tot de functie van assistent fitnesstrainer behoort o.a.:
  • Gastheer/gastvrouw zijn
  • Rondleidingen geven
  • Klanten wegwijs maken in het centrum
  • Het assisteren van de trainer bij de introductie van de nieuwe leden
  • Het assisteren van de trainer bij het uitleggen van de oefeningen
  • Het assisteren van de trainer bij het uitvoeren van testen
  • Het verwerken van klantgegevens en testgegevens in de computer
  • Het inrichten, onderhouden en toezicht houden op de sportruimtes

Slide 6 - Tekstslide

  • Het onderhouden van materialen en toestellen
  • Het assisteren van de trainer bij het geven van groepslessen
  • Het uitleggen van de huis- en hygiëneregels
  • Het toezicht houden op de naleving van de huis- en hygiëneregels
  • Het observeren en corrigeren van de uitvoering door de klanten
  • Het beantwoorden van vragen van de klanten
  • Het assisteren bij bijzondere activiteiten zoals open dagen

Slide 7 - Tekstslide

Het geven van rondleidingen
Veel mensen willen graag eerst even in het fitnesscentrum komen kijken, voor zij zich inschrijven voor een lidmaatschap.
Om dit mogelijk te maken, kunnen rondleidingen worden gegeven.
Het geven van een rondleiding is op zich niet zo moeilijk, maar het geven van een op de bezoeker afgestemde rondleiding met meer effect is toch een vak apart.

Slide 8 - Tekstslide

Toezicht houden
Het toezicht houden is één van de meest belangrijke taken van de assistent fitnesstrainer. Toezicht in de breedste zin van het woord.

Opdracht:
Schrijf op je blaadje waar de assistent fitnesstrainer zoal toezicht op kan houden.

Slide 9 - Tekstslide

Toezicht houden
  • Het naleven van de huisregels.
  • Het naleven van de hygiëneregels.
  • Het veilig uitvoeren van de oefeningen.
  • De algemene sfeer in de ruimte. 

Slide 10 - Tekstslide

Het skelet
Gebruik een post-it en een pen:

Noteer het antwoord op de volgende vraag:
Wat is de functie van het menselijk skelet?

  • Het skelet zorgt voor stevigheid en biedt aanhechtingspunten voor spieren

Slide 11 - Tekstslide

Gewrichten
Noteer op een post-it:

Wat is de functie van gewrichten?

  • De gewrichten zorgen ervoor dat het skelet kan bewegen.

Slide 12 - Tekstslide

Krachttraining
Noteer op een post-it:

Waarom is krachttraining goed voor de botten?

  • Bij bewegingen waarbij de botten gewicht moeten dragen ontstaan er druk- en trekkrachten op de botten. Het lichaam wordt daardoor geprikkeld om de botten steviger te maken, door meer botweefsel aan te maken binnen in het bot.

Slide 13 - Tekstslide

Cardiotraining
Hartslag is een goede indicator om te zien of een klant op de juiste intensiteit traint.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je er als trainer voor kunt zorgen dat een klant op het juiste niveau traint, waarbij je gebruik maakt van de hartslag.

Slide 14 - Tekstslide

Op welke apparaten kun je cardiotraining doen?

Slide 15 - Woordweb

cardiotraining
Bij cardiotraining zal de klant transpireren. Dat betekent dat men met twee zaken rekening dient te houden:
  • hygiëne
  • vochtverlies
De klant dient te sporten met een handdoek om te voorkomen dat men transpiratie op de toestellen achterlaat.
Vaak bieden fitnesscentra de service om papieren wegwerpdoekjes aan te bieden. 

Slide 16 - Tekstslide

Vochtverlies
De klant dient het vochtverlies aan te vullen door het drinken van vocht. Het gebruik van een bidon is dus een standaard onderdeel van cardiotraining.

Slide 17 - Tekstslide

Een sprinter rent de 100 meter zo hard mogelijk. Hoeveel hartslagen per minuut zal deze hardloper hebben meteen na zijn race?

Slide 18 - Open vraag

trainen op hartslag
De hartslag is nog altijd één van de beste indicatoren voor de intensiteit van de training.
Hoe hoger de intensiteit, hoe hoger de hartslag.
Om zeker te zijn van het feit of men op de juiste intensiteit traint, kun je dus de hartslag van een klant bekijken.

Slide 19 - Tekstslide

220 - leeftijd
Door de leeftijd van 220 af te trekken wordt de maximale hartfrequentie berekend. Men gaat er dan vanuit dat een klant van bijvoorbeeld 50 jaar zijn of haar hartslag niet hoger kan krijgen dan 220 - 50 = 170 slagen per minuut.
Deze berekende maximale hartslag wordt vervolgens als waarde gebruikt om de trainingszones te bepalen.
Indien deze klant van 50 jaar dus op 65% wil gaan sporten, berekent men 65% van 170 en laat men de sporter dus bewegen op een hartslag van 110 slagen per minuut.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bereken aan de hand van jouw maximale hartslag (220 - leeftijd) de hartslag die je moet hanteren wanneer je een hersteltraining doet (dus op 60%)

Slide 22 - Open vraag

Hoe heet dit cardio-apparaat?

Slide 23 - Open vraag

Hoe heet dit cardio-apparaat?

Slide 24 - Open vraag

Hoe heet dit cardio-apparaat?

Slide 25 - Open vraag

Hoe bereken je de maximale hartslag?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide