V5 récapitulons : le Moyen Age / la rennaissance

La littérature VWO 5
=> histoire de la littérature française : klassikaal worden de belangrijkste stromingen in de Franse litteratuurgeschiedenis behandeld. 
=> literaire begrippen : verschillende literaire begrippen worden uitgelegd en toegepast.
=>Le malade imaginaire wordt gelezen (deels klassikaal/ deels zelfstandig)
toets : geschiedenis Franse literatuur en literaire begrippen  : TW3
=> V6 : examen literatuur over tenminste 3 gelezen literaire werken 


1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

La littérature VWO 5
=> histoire de la littérature française : klassikaal worden de belangrijkste stromingen in de Franse litteratuurgeschiedenis behandeld. 
=> literaire begrippen : verschillende literaire begrippen worden uitgelegd en toegepast.
=>Le malade imaginaire wordt gelezen (deels klassikaal/ deels zelfstandig)
toets : geschiedenis Franse literatuur en literaire begrippen  : TW3
=> V6 : examen literatuur over tenminste 3 gelezen literaire werken 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Le Moyen Age
les premiers manuscrits
Serments de Strasbourg
Cantilène Sainte Eulalie

Slide 3 - Tekstslide

=> Het tijdperk tussen 453 (val w-romeinse rijk) en 1453 (val van Constantinopel ) noemen we de middeleeuwen .

=> 3 periodes : 
a) vroege middeleeuwen (tot 950) : volksverhuizingen en verspreiding van het christendom
b) hoge middeleeuwen (tot 1270) stabiele feodale maatschappij waarin kunst, wetenschap en literatuur tot onwikkeling kwamen
c) de late middeleeuwen (tot 1500) ; afbrokkeling van de feodale maatschappij

Slide 4 - Tekstslide

honderdjarige oorlog Engeland en Frankrijk
1096-1271
1066
negende en tiende eeuw
747-814
1337-1453
kruistochten
Willem de Veroveraar valt Engeland binnen
invasies van Noormannen
heerschappij van karel de grote : charlemagne

Slide 5 - Sleepvraag

les troubadours/ trouvères
In het Zuiden van Frankrijk sprak men la langue d'oc. Hier ontstond l'amour courtois - de hoofse liefde- die door 'les troubadours' bezongen werd. 
In het Noord-Fr sprak men la langue d'oil. Daar werden de chansons de geste geschreven. Deze werden bezongen door trouvères (noordelijke variant van troubadours)

Beroemdste chanson de geste : La chanson de Roland .Graaf Roland streed in het leger van Karel de Grote

littérature épique : 
vanaf 11e eeuw (NFR)
littérature courtoise
in het zuiden ontstaat l'amour
courtois, in het noorden ontstaan later de romans courtois (hoofse romans) .
Chrétien de Troyes schreef Arthurverhalen vanaf 115.
littérature bourgeoise:
stadsbewoners meer geïnteresseerd
in verhalen waar maatschappelijke 
verschijnselen op de hak genomen worden : 
Le roman de Renard. Satire sociale et poésie lyrique François Villon La balade des pendus



 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Pourquoi 'les serments de strasbourg"est- il si important?
A
C'est un texte politique
B
C'est en fait la naissance de la langue française
C
C'est un texte de Charlemagne

Slide 10 - Quizvraag

Qui ont rédigé les Serments de Strassbourg?
A
les fils de Charlemagne
B
les deux petits-fils de Charlemagne
C
les cousins de Charlemagne
D
Les trois frères

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Qui est l'auteur de la chanson de Roland?
A
Il y en a plusieurs
B
C'est un Français
C
On ne le connaît pas
D
C'est Roland

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

L'Amour Courtois        1100-1200

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De quoi parlent les histoires dans la littérature courtoise?
A
de l'amour
B
des contes de fées
C
des batailles

Slide 19 - Quizvraag

satire sociale et la poésie lyrique  1200-1500

Slide 20 - Tekstslide

le Roman de Renard

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een satire?
A
een tragedie
B
een kritisch theaterstuk
C
een humoristische maatschappij kritiek
D
een novelle

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Ik ben François, hetgeen me zwaar valt,
geboren te Parijs bij Pontoise;
Eenmaal hangend aan een touw van een el lang
zal mijn hals weten wat mijn achterste weegt.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat betekent
'La Renaissance'

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

  • La Renaissance: 
  • De 1450 à 1550 ontstaat de moderne wereld
  • Spanjaarden, Portugezen en Fransen ontdekken nieuwe continenten. 
  • Klassieke oudheid wordt herontdekt
  • Het verspreiden van geprinte printen verandert de betrekking naar de autoriteiten. 
  • Techniek en wetenschap ontwikkelen
  • De mens ziet zichzelf vanuit een vernieuwd standpunt. Hij voelt dat er een menselijkere wereld gemaakt kan worden.  
  • De aristocratie blijft de dominante klasse. De ongelijkheid verergerd tussen rijk en arm.  
  • L'humanisme
  • Montaigne schrijft Essais waarin hij zich een moralist noemt die twijfelt aan de goedheid van de mens.
  • Studie van werken van de klassieke oudheid die leiden tot nieuwe politieke, morele en religieuze waarnemingen. 
  • De katholieke Sorbonne komt in opstand tegen deze 'humanisten'. 
  • Een humanist is nieuwsgierig op allerlei gebieden: wetenschap, recht, geschiedenis. 
  • Er wordt gestreden tegen onwetendheid. Er komen encyclopedieën, woordenboeken.
  • Onderwijs: kweken van wijsheid en een kritische geest. 

Slide 30 - Tekstslide

Leonardo da Vinci wordt ook wel homo universalis genoemd. Wat is dat?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video

de Pléiade
De Pléiade is een groep van 7 dichters die in de Franse literatuur de klassieke theorieën introduceert, met name in de poëzie. Deze groep streeft ernaar dezelfde kwaliteit te bereiken als de Griekse en Romeinse dichters uit de klassieke oudheid.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

période de la rennaissance

Slide 35 - Tekstslide

cadre historique

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Sonnet?
  • in Italië ontstaan
  • een rijmend gedicht van 14 regels. 
  • een wending tegen het einde van het sonnet 
  • verschillende varianten. 
  • het klassieke sonnet:
    - twee kwatrijnen/twee terzinen, met variërend rijmschema 
  •  het meest traditionele rijmschema is: abba abba cdc dcd.


Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide