3. Semantische laag: semantische stijlfiguren en vormen van beeldspraak
Slide 8 - Tekstslide
Typografische kenmerken
Versregels - alle woorden die op de regel staan - dichter bepaalt hoe lang deze regel is - een zin kan dus uit meerdere versregels bestaan
Slide 9 - Tekstslide
Vorm van het gedicht
Tot 1950 vast stramien: de vorm waarin het gedicht geschreven werd stond vast. Dit wordt vormvast genoemd. Bijvoorbeeld: sonnet, limerick, elfje, haiku etc.
Sinds de jaren 50 wordt er geëxperimenteerd met poëzie. Moderne gedichten die dit vaste stramien niet volgen, noemen we vrije verzen. Dichters hebben hier volledige vrijheid.
Slide 10 - Tekstslide
Gedicht vs. roman
Gedicht heeft andere vormgeving: regels worden voortijdig afgebroken en meer wit op de bladspiegel dan een 'normaal' boek. Gevolg: meer nadruk op bepaalde woorden waardoor je nauwkeuriger leest en zinnen anders kunt interpreteren.
Slide 11 - Tekstslide
Enjambement
(vers)regel afbreken op een plaats waar geen natuurlijke pauze is. Functie hiervan kan zijn: rijmverdoezeling, spanning wekken of betekenis onderstrepen.
ik wil je
'ik wil je kussen op je bed' leggen kussen op je bed
leggen
Slide 12 - Tekstslide
Strofe
Vergelijkbaar met een couplet. Ze worden gescheiden van elkaar door een witregel. Er zijn ook benamingen voor de strofe: - Monostichon --> strofe van 1 regel
- Distichon --> strofe van 2 regels
- Terzet of terzine --> strofe van 3 regels
- Kwatrijn --> strofe van 4 regels
- Quintet --> strofe van 5 regels
- Sextet --> strofe van 6 regels
- Septet --> strofe van 7 regels
- Octaaf --> strofe van 8 regels
Slide 13 - Tekstslide
Metrum
Hiermee wordt de maat van het gedicht bedoeld.
Ritme van beklemtoonde (= stijging stem) en onbeklemtoonde (=daling stem) lettergrepen.
Slide 14 - Tekstslide
Kenmerken gedichten met een vast stramien
Haiku --> drie regels, eerste regel 5, tweede regel 7 en derde regel weer 5 lettergrepen telt.
Limerick: vijf regels met een vast metrum.
Elfje: vijf dichtregels en elf woorden.
Sonnet:
Slide 15 - Tekstslide
Sonnet
'een kort gedichtje', ook wel klinkgedicht
Vorm: veertien regels, vier strofen
Rijmschema: abba-abba-cdc-dcd --> kan variëren, het is in ieder geval wel metrisch.
Inhoud: strofe 1 en 2 gedachtegang, vervolgens inhoudelijk wending ( volta, chute) en laatste strofes is een conclusie of tegenstelling
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Dit gedichtje is een
A
elfje
B
sonnet
C
haiku
D
Limerick
Slide 19 - Quizvraag
Kenmerken van een sonnet zijn:
A
15 versregels en zes strofen
B
14 versregels en zes strofen
C
14 versregels en vier strofen
D
15 versregels en vier strofen
Slide 20 - Quizvraag
Strofe met drie regels noem je:
A
terzet
B
terzine
C
quintet
D
distichon
Slide 21 - Quizvraag
maken opdracht 1 t/m 9
Slide 22 - Tekstslide
Klankkenmerken
Traditionele poëzie rijmt vaak, moderne verzen vaak niet.
Met rijm bedoelen we overeenkomsten in klanken van woorden of beklemtoonde lettergrepen die bij elkaar in de buurt staan.
Slide 23 - Tekstslide
Volrijm
Overeenkomst van klinkers in beklemtoonde lettergrepen:
lach-dag plant-mand mannen-kannen hingen-gingen
Slide 24 - Tekstslide
rijmende lettergrepen
Mannelijke/staand rijm --> laatste lettergreep heeft de klemtoon (staan-gaan, gerust-gekust)
vrouwelijke/slepend rijm --> na beklemtoonde lettergreep volgt nog een onbeklemtoonde lettergreep (gillen-willen, zeilen-mijlen)
Glijdend rijm --> na beklemtoonde lettergreep volgen nog twee onbeklemtoonde lettergrepen (kinderen-hinderen, buigingen-zuigingen)
Slide 25 - Tekstslide
Assonantie
Klinkerrijm, overeenkomst van klinkers van beklemtoonde lettergrepen.
honderd klokken doen Londen bonzen
gedwee met zijn twee naar zee
Slide 26 - Tekstslide
Alliteratie
Medeklinkerrijm, woorden die beginnen met dezelfde medeklinker.
doelloos, desolaat en zonder drift
zeven zwarte zwanen zwaar en zwoegend
Slide 27 - Tekstslide
Bedenk een alliteratie bij je eigen naam
Slide 28 - Open vraag
Plaats in versregel
Eindrijm--> einde van de versregel
Voorrijm--> volrijm tussen de woorden aan het begin van de versregel
Binnenrijm--> volrijm van woorden binnen een en dezelfde regel
Middenrijm--> volrijm van woorden, midden in de versregel en op dezelfde positie in de volgende regel.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.