Middeleeuwen antwoorden

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1:
Wat denk je dat deze zin voor diepere betekenis heeft?

Wellicht verlangt de auteur ernaar om een gezin te stichten, zoals de vogels in de lente hun nest bouwen.

Slide 2 - Tekstslide

Middelnederlands vs Latijn
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uut nu. Het is de vertaling van de Latijnse paralleltekst die ervoor staat: Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc. De vertaling hiervan luidt: Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?Welke overeenkomsten zie je tussen de oude Nederlandse zin en het Latijn?
Olla/omnes
Uologa/uolucres
Thu/tu
Uut/et
Nu/nunc
.

Slide 3 - Tekstslide

Middelnederlands vs modern
Welke overeenkomsten zie je tussen de oude Nederlandse zin en de Nederlandse vertaling?
Onder andere:
Nestas/nesten
Hebban klinkt nederlands.
hic/ik
thu/du (dat klinkt dus meer Duits)

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2:
1. Doe quamen tes coninx hove
2. Alle die diere, groet ende cleene, 
3. Sonder vos Reynaert alleene.
4. Hi hadde te hove so vele mesdaen 
5. Dat hire niet dorste gaen: 
6. Die hem besculdich kent, ontsiet! 
7. Also was Reynaerde ghesciet 
8. Ende hier omme scuwedi sconinc hof, 
9. Daar hi in hadde crancken lof.  


Opdracht 2: 
  1. Toen kwamen naar het hof van de koning 
  2. Al de dieren, groot en klein, 
  3. Zonder vos Reinaert alleen. 
  4. Hij had aan het hof zoveel misdaan 
  5. Dat hij er niet heen durfde te gaan: 
  6. Wie zichzelf schuldig weet, vreest! 
  7. Zo was het Reinaert overkomen 
  8. En hierom vermeed hij het hof van de koning, 
  9. Waar hij niet hoog stond aangeschreven. 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3:
Wat zou het lekenpubliek van de Beatrijs moeten oppikken, denk je?
Als je maar blijft bidden en standvastig bent in jouw geloof, zal dat door God of Maria gezien worden en worden je zonden vergeven.

Slide 6 - Tekstslide

De tekst "Hebban olla.."is geschreven door een ...
A
poëet
B
troubadour
C
ridder
D
monnik

Slide 7 - Quizvraag

Er werd in de middeleeuwen van vader op zoon/ moeder op dochter verteld. Dit heet een ... vertelcultuur

Slide 8 - Open vraag

Een kernbegrip in het feodale stelsel is:
A
macht
B
trouw
C
geld
D
werken

Slide 9 - Quizvraag

Welke twee groepen hadden belang in de volkstaal?
A
monniken en adel
B
monniken en burgers
C
adel en burgers
D
monniken en burgers

Slide 10 - Quizvraag

een handschrift is geschreven op:
A
papier
B
perkament
C
dierenhuid
D
kleitabletten

Slide 11 - Quizvraag

handel en nijverheid; opkomende steden; tolheffingen; mecenaat/mecenas

Slide 12 - Tekstslide

hoofsheid
aanbevolen gedragswijze
met als doel om wrijvingen aan het hof te voorkomen
regels voor: correcte kleding; tafelmanieren; conversatie; wijze van vechten; omgang met de ander

Slide 13 - Tekstslide

hoofsheid in de literatuur
hoofse minnelyriek liederen over de liefde
ridderromans

Slide 14 - Tekstslide

De hoofse lyriek en de ridderroman sluiten mooi aan bij de bedoeling van de middeleeuwse literatuur. Wat dat ook alweer?

Slide 15 - Open vraag

Normen en waarden van de feodaliteit

Slide 16 - Tekstslide

De vrouw in de middeleeuwen
De vrouw is van nature onbetrouwbaar, gierig en hebzuchtig 
of 
De vrouw is een engel

Slide 17 - Tekstslide

Karelromans
Karelepiek- chanson de geste
gebaseerd op het leven van Karel de Grote rond 800
1. strijd tegen de heidenen
2. spanningen binnen het feodale systeem
Karel ende Elegast

Slide 18 - Tekstslide

Arthurromans
1. nadruk op individuele gevechten
2. hoofse liefde
3. het hof van Arthur kent geen feodale conflicten
Arthurromans zijn meer sprookjesachtig; er moet een queeste gemaakt worden
De Ferguut
Roman van Walewein

Slide 19 - Tekstslide

Een ridder moet een zwevend schaakbord zoeken. Dit hoort bij een ...
A
Karelroman
B
Arthurroman

Slide 20 - Quizvraag

De schrijvers van al deze verhalen zijn onbekend. Hoe komt dat?
A
het waren maar monniken
B
het ware doorvertelde verhalen
C
de mecenas wilde geen gedoe
D
alles wat je deed was voor God

Slide 21 - Quizvraag