4.4 Vermogen en Energie les 3

4.4 Vermogen en Energie
Herhaling Vermogen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Vermogen en Energie
Herhaling Vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt het vermogen berekenen van een apparaat
- Je weet welke eenheden spanning, stroomsterkte en vermogen hebben

Slide 2 - Tekstslide

Vermogen
Vermogen:
  • Wat een apparaat kan. Meer vermogen is sterker.
  • Natuurkundig: vermogen = hoeveelheid energie per seconde

Symbool: P
Eenheid: Watt (W)

Slide 3 - Tekstslide

Vermogen berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht wasmachine
Een wasmachine heeft een stroomsterkte van 13 A en is aangesloten op 230 Volt.
Bereken het vermogen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe berekenen we het vermogen
A
spanning x stroomsterkte
B
stroomsterkte : spanning
C
spanning : stroomsterkte
D
spanning x weerstand

Slide 6 - Quizvraag


Met de formule P=U X I kunnen we vermogen berekenen
Waar staat de letter P voor?
A
(U) Spanning
B
(I) Stroom
C
(R) Weerstand
D
(W) Watt

Slide 7 - Quizvraag

Bereken het vermogen.
Gegeven 4 V en 0,26 A.
Graag een berekening.

Slide 8 - Open vraag

Bereken het vermogen.
Gegeven 230 V en 3 A.
Graag een berekening.

Slide 9 - Open vraag

Afmaken paragraaf 4
Klaar? Test Jezelf paragraaf 4 maken
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken Paragraaf 3

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt het vermogen berekenen van een apparaat
- Je weet welke eenheden spanning, stroomsterkte en vermogen hebben

Slide 12 - Tekstslide