1. Wetgevende macht - wetten goed en afkeuren
2. Uitvoerende macht - zorgen dat de wetten worden uitgevoerd
3. rechtsprekende macht - controleert de naleving van wetten en deelt straffen uit op basis van de wetten
De drie machten mogen nooit in handen komen van één persoon
De machten moeten elkaar voortdurend controleren
Grondlegger van de moderne democratie