Les 2 De Verlichting

Module: De Franse Revolutie

Les 2

De Verlichting




 Voor de les begint:                                                         
  • Pak je aantekeningenschrift                                
  • Log in op Lessonup (code staat op het bord)
  • Controleer of je weektaak 1 ingeleverd hebt


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Module: De Franse Revolutie

Les 2

De Verlichting




 Voor de les begint:                                                         
  • Pak je aantekeningenschrift                                
  • Log in op Lessonup (code staat op het bord)
  • Controleer of je weektaak 1 ingeleverd hebt


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdeel
Tijd
Info over de module 
10 minuten
Uitleg Lodewijk XIV
+/- 25 minuten
Werken aan weektaak 1 
Overige tijd
Planning van les 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdeel
Tijd
Terugblik lesweek 1

5 minuten
Uitleg De Verlichting

30 minuten
Werken aan weektaak 2 Instagram van verlichte denkers
Overige tijd 
Quiz
5 minuten
Planning van les 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik les 1
Absolutisme
Droit Divin
Adel onder de duim houden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving vol gelijkheid
B
Een samenleving die verdeeld was in drie standen
C
Een samenleving die draaide om het geloof
D
Een samenleving die was verdeeld in twee standen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Standenmaatschappij
Een samenleving die verdeeld is in verschillende standen, waarbij sommige standen meer rechten hebben dan andere standen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak 1
Het dagboek van Lodewijk XIV

De volgende punten moeten terug te vinden zijn in je verhaal

• Omschrijving iemand aan het hof (denk aan stand, naam, kleding, gedrag).
• De denkwijze van Lodewijk XIV over het koningschap 
(Denk aan absolutisme, de standenmaatschappij, Droit Divin etc.)
• Waarom hij de adel bij hem in het paleis laat wonen
• Een onderdeel uit de dagelijkse routine van Lodewijk XIV.
• Omschrijving van een ruimte in het paleis
• 1 passende afbeelding bij jouw verhaal

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting

18e eeuw

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aflevering
1. Wat was de Verlichting?
2. Waarover gingen verlichtingsfilosofen nadenken?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=zkwBO2_eBTE
Antwoorden
1. Wat was de Verlichting?
2. Waarover gingen verlichtingsfilosofen nadenken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting  
  • Denkstroming uit de 18e eeuw

  • Nadenken over het bestuur van het land en over hoe de samenleving eruit moest zien.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het begin van de Verlichting
  • Wetenschappelijke Revolutie (17e eeuw)

  • Wetenschappers gingen anders kijken naar de wereld: observatie en experiment werden belangrijk.

  • Hieruit kwam het rationalisme

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Hoe ontstaan natuurrampen?
  • Vroeger:  straf van God

  • VerlichtingDat is bijgeloof. Ze hadden logische verklaringen voor onweer en andere natuurverschijnselen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het begin van de Verlichting
Dit nieuwe denken werd eerst alleen toegepast op de natuur, maar werd na verloop van tijd ook toegepast op de mens en de maatschappij.



Tekst
Er ontstonden dan vragen zoals:
  • Zouden mensen gelijke rechten moeten hebben?
  • Zouden mensen vrijheid in geloof moeten hebben?
  • Wie mag het land besturen en hoe moet dat eerlijk gebeuren?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denken over macht
Want dat Droit Divin, kan dat wel verklaard worden met het gezonde verstand?!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

John Locke
  • Absolutisme is onacceptabel

  • Tegen de standenmaatschappij

  • De koning moet rekening houden met de belangen van het volk.

  • Als een koning slecht regeert, mag het volk hem afzetten. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rousseau 

  • De wil van het volk moet leidend zijn in het bestuur van een land

  • Het absolutisme moet daarom plaatsmaken voor democratie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Montesquieu
De macht moet verdeeld worden. Waarom?
De drie machten moeten elkaar controleren!

Bedenker van de Trias Politica:
Scheiding van machten

1. Wetgevende macht 
2.
Uitvoerende macht 
3. Rechtsprekende macht 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica












Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltaire
  • Het volk is dom, een absolute koning is nodig!

  • Maar wel een Verlicht absoluut vorst

  • Dat houdt in dat een koning, die verlicht denkt, goede beslissingen neemt voor het volk

  • Vrijheid van religie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met weektaak 2
Hoe dachten de onderstaande personen over het bestuur van het land en mensenrechten?

  • Lodewijk XIV
  • John Locke 
  • Montesquieu
  • Rousseau
  • Voltaire

Laat deze mensen op elkaar reageren in de berichten
Instagram tijdlijn over Verlichte denkers maken









Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij Trias politica
A
John Locke
B
Voltaire
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel 'machten' waren er in de 'Trias Politica'?
A
zes
B
vijf
C
drie
D
twee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Trias Politica van Montesquieu
Het bedenken en maken van wetten (parlement)
Voert wetten en regels uit (regering)
Controleert of mensen zich aan de regels houden (onafhankelijke rechters)
De wetgevende macht
De uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verlichtingsfilosoof John Locke was een voorstander van het absolutisme.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande meningen past het beste bij John Locke?
A
De koning is een door God aangestelde vorst
B
de koning moet de grondrechten van de burgers bewaken
C
De monarchie moet worden afgeschaft
D
De koning moet democratisch gekozen worden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies