9 mei A2C - word order adverbs

WELCOME
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson

  • Planning
  • Reading
  • Grammar: word order
  • U6L2
  • Homework

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

  • In two weeks: listening test


  • This week: start unit 6 + practise listening 

Slide 4 - Tekstslide




               
              Read your book for 10 min 

Slide 5 - Tekstslide

Homework: vocabulary U5L5

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Adverbs of time
Plaats in de zin?


Ik was gisteren in Groningen


Slide 8 - Tekstslide

Adverbs of time
Plaats in de zin?
Achteraan de zin
Soms vooraan, om extra nadruk op te leggen (denk om komma)

Ik was gisteren in Groningen
I was in Groningen yesterday
Yesterday, I was in Groningen

Slide 9 - Tekstslide

Adverbs of place
Plaats in de zin?


Ik was gisteren in Groningen

Slide 10 - Tekstslide

Adverbs of place
Plaats in de zin?
Achteraan, maar vóór de tijdbepaling
(ezelsbruggetje!)

Ik was gisteren in Groningen

I was in Groningen yesterday

Slide 11 - Tekstslide

Adverbs of manner
Zegt iets over hoe iets gebeurt. Zegt iets over een werkwoord, een bijwoord, een bijv. naamwoord.


I'm very angry with you right now
He left the shop quietly



Slide 12 - Tekstslide

Adverbs of manner
Zegt het iets over een bijv naamwoord of bijwoord? Dan komt het woord daar direct voor:


I'm very angry with you right now (zegt iets over angry)
My uncle drives really dangerously (zegt iets over dangerously)



Slide 13 - Tekstslide

Adverbs of manner
Zegt het iets over een werkwoord? Dan aan het eind van de zin OF voor het hoofdwerkwoord:


He left the shop quietly (zegt iets over hoe hij vertrok)
We nervously waited for the train (zegt iets over hoe we wachtten)



Slide 14 - Tekstslide

Adverbs of frequency
Geven aan hoe vaak iets gebeurt, bijv. always, never, often, sometimes, usually etc






Slide 15 - Tekstslide

Adverbs of frequency
Waar in de zin? 
Voor het hoofdwerkwoord, maar na een vorm van to be:

I always walk to school (vóór walk)
I am sometimes late (ná am)





Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

U6L2

Do exercise 7, 8, 9 on p. 238/239

Done? Study vocabulary U6L3 (=homework)

We'll discuss the answers after 10-15 min

Slide 18 - Tekstslide

For  Friday: study vocabulary U6L3




Slide 19 - Tekstslide

U5L2
Do listening exercise 10+11 together







Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide