Debiteren en crediteren voor F groep

• Bedrijfsadministratie
• MBO
• Studiejaar 1

les van 13 jan 2022

vervolg Reader Uitstroom BA

LessonUp herhalen

maken opgave R4 winst- en verliesrekening

bespreken opgave R4

maken opgave R1 

bespreken opgave R1

Welke balansposten veranderen bij een verkoopfactuur?

1. Debiteuren en goederenvoorraad
2. Crediteuren, voorraad en eigen vermogen
3. Debiteuren, voorraad en eigen vermogen
4. Bank, voorraad en eigen vermogen

Wat is betekenen de afkortingen IF, VK, B en K bij een financieel feit?

1. Inkoopfactuur, Verkoopfactuur, Klant en bank
2. Inkoopfactuur, Verkoopfactuur, Bank en Kas
3. Firma, verkoopfactuur, bank en klant
4. Firma, verkoopfactuur, Bank en kas

Op 2 september heeft Sportshop Bouwes contant goederen ingekocht voor € 750. Het boekingsstuknr. is K391. Wat is juist?

1. 2-9-2021 K391 Voorraad + € 750 Kas -/- € 750
2. 2-9-2021 K391 voorraad + € 750 Debiteuren -/- t € 750
3. 2-9-2021 K391 Inventaris + € 750 Kas - € 750
4. 2-9-2021 K391 Inventaris + 750 eigen vermogen - € 750

op 3 januari:

We kopen op rekening voorraad in bij een crediteur voor € 10.000.
Welke balansrekeningen veranderen er met welk bedrag?

1. crediteuren + € 10.000 voorraad + € 8.000
2. crediteuren + € 10.000 bank - € 10.000
3. crediteuren + € 10.000 voorraad + € 10.000
4. kas - € 10.000 voorraad + € 10.000

op 5 januari:

We betalen via de bank een crediteur, het gaat om een bedrag van € 5.000.
Welke balansrekeningen veranderen er met welk bedrag?

1. crediteuren - € 5.000 voorraad - € 5.000
2. crediteuren + € 5.000 bank - € 5.000
3. crediteuren + € 5.000 bank + € 5.000
4. crediteuren - € 5.000 bank - € 5.000

In plaats van aan de debetzijde te zeggen - € 5.000, doen wij het volgende:

Reader Uitstroom BA

maken opgave R4 winst- en verliesrekening (blz. 14)

bespreken opgave R4

maken opgave R1 Onderneming Weber  (blz. 15)