Grammatica - bijwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Planning voor komende tijd

Week 6  (7 februari) : Proefwerk schrijfvaardigheid
schrijfopdracht over je boek 

Week 7 (16 februari) : proefwerk grammatica - woordsoorten 

Alle hoofdstukken van woordsoorten

Week 11: Proefwerk week

Wat gaan we doen deze les?

Huiswerk bespreken (opdracht 3 blz. 151)

 Verder met woordsoorten

Zelf aan de slag 

Woordsoorten

Zelfstandig naamwoord (zn)

Lidwoord (bepaald blw en onbepaald olw)

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Zelfstandig (zww) en hulpwerkwoord (hww)

Aanwijzend (aanw.vnw) en vragend voornaamwoord (vr.vnw)

Lidwoorden (ld)

Bijwoord (bw)

Je leert over bijwoorden

Ook sommige vraagwoorden zijn bijwoorden, namelijk:

Wanneer, hoe, waarom, waarheen, waardoor, waar

Vb. Wanneer ga jij op vakantie?

Je leert over bijwoorden

Een bijwoord kan ook iets zeggen over een ander woord. 

Over een werkwoord - Freek rent snel.

Over een bijvoeglijk naamwoord - Onze kantine verkoopt heel gezonde broodjes.

Over een ander bijwoord - Harry vliegt bijzonder hard op zijn bezem.

Je leert over bijwoorden

                     

                    Een bijwoord kan lijken op een  bijvoeglijk                                                naamwoord. 

vb. Elske kan goed volleyballen.

vb. Quotum is een goed boek.

Zelf aan de slag...

Maak zelf opdracht 1, 2 en 4 (blz. 181)

Klaar? Ga lekker lezen als je klaar bent.

Na 7 minuten bespreken we de opdrachten klassikaal.

Uitwerkingen bespreken