Delend lidwoord

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is het delend lidwoord?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het delend lidwoord?
Als je in het Nederlands geen lidwoord/getal gebruikt voor het zelfstandig naamwoord, krijg je in het Frans een delend lidwoord.

Ex. de taart = le gâteau
        Ik eet taart = je mange fromage X 
               
                  Je mange DU fromage. V

Slide 4 - Tekstslide

Het lidwoord: hoe zat het ook alweer?
Sleep de juiste beschrijvingen naar de juiste lidwoorden
LA
LES
LE
L'
Mannelijke woorden
(ex. ... fromage)
Woorden met een stomme h/klinker
(ex ... huile)
Woorden in het meervoud 
(ex. ... tomates)
vrouwelijkewoorden
(ex. ... carotte)

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

À toi maintenant!
Sleep de juiste beschrijvingen naar de juiste lidwoorden
DU
DE LA
DES
DE L'
Mannelijke woorden
(ex. ... fromage)
Woorden met een stomme h/klinker
(ex ... huile)
Woorden in het meervoud 
(ex. ... tomates)
vrouwelijkewoorden
(ex. ... carotte)

Slide 8 - Sleepvraag

_____ sucre
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 9 - Quizvraag

_____ légumes
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 10 - Quizvraag

Traduis:
1. Ik koop de wortels.
2. Ik koop wortels.

Slide 11 - Open vraag

Het delend lidwoord
Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt (bijv. : koffie, appels, jongens, meisjes, kaas -> ... ?).

Let op: het delend lidwoord wordt de/d' :
1. na ontkenning (il n' a pas de copains, hélas)
2. na hoeveelheidswoord (elle a mangé beaucoup de tartines au petit déjeuner)



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Phrases exemples
un kilo de bananes = een kilo bananen
un litre de limonade = een liter limonade
une bouteille d'eau = een fles water
beaucoup de jeunes = veel jongeren
Je ne bois plus d'alcool. = Ik drink geen alcohol meer.
un paquet de biscuits = een pak koekjes
Je ne mange jamais de viande. = Ik eet nooit vlees.






Slide 14 - Tekstslide

Wanneer gebruik je welke lidwoorden? Sleep de juiste beschrijving naar de juiste lidwoorden
Le, La, L', Les
Du, De la, De l', Des
De, D'
Geen lidwoord
Wanneer je in het NL ook een lidwoord gebruikt
Na de werkwoorden aimer, détester, adorer, préférer. Ook na een ontkenning
Wanneer je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt
Na een getal
Na een woord van hoeveelheid (beaucoup, un kilo)
Na een ontkenning

Slide 15 - Sleepvraag

Faites les exercices... 
Unité 6. Bon appétit 

Grammaire II 
A. Het delend lidwoord
B. Menu au choix *
C. Menu au choix **
Klaar? --> Menukaart (als nog niet af) / 1.10 Vocabulaire oefenen

Slide 16 - Tekstslide