Bij deze begrippen moet je de volgende opgaven maken:
Opgave 9, 10, 11 en 12.
Slide 6 - Tekstslide
Opmerkingen opgave 9
LD-50 Is de hoeveelheid stof die bij inname 50% van de proefdieren doodt. De waarde is meestal gegeven in mg per kg lichaamsgewicht. ( mg.kg-1)
Let op het gewicht van de is in gram dit moet je dus omzetten naar kg.
Slide 7 - Tekstslide
Opmerkingen opgave 10
TGG (tijd gewogen gemiddelde) of grenswaarde is het aantal mg stof dat je per m3 lucht gedurende 8 uren mag binnen krijgen. Krijg je meer binnen dan de grenswaarde
Grenswaarden te vinden in Binas 97A
Slide 8 - Tekstslide
Opmerkingen opgave 12
Weer werken met de LD-50 waarde zie opgave 9.
Zoek de waarde op in tabel 7-4, hier staat deLD-50 waarde in ug per kg lichaamsgewicht. u betekend micro dus 10-6.
Deze vermenigvuldigingsfactoren zijn terug te vinden in BInas 2.
Slide 9 - Tekstslide
Opmerkingen opgave 13
De dichtheid van lucht is: ............. kg per m3
De TGG waarde van benzeen is: ...........mg per m3
Dat betekend dat per ........kg lucht er ........mg benzeen mag voorkomen.
ppm = (deel : geheel) x 106
ppm= ( mg benzeen : mg lucht ) x 106
Slide 10 - Tekstslide
Opmerkingen opgave 14a
1. Bereken eerst hoeveel mg Joah maximaal per dag mag binnenkrijgen.
2.Bereken dan hoeveel mg Joah per dag heeft binnengekregen.
3. Vergelijk deze twee waarden met elkaar en trek je conclusie.
Slide 11 - Tekstslide
Opmerkingen opgave 14b
Bereken eerst met de LD-50 waarde hoeveel mg fipronil Joah mag binnenkrijgen.
1 ei bevat 0,072 mg fipronil.
Nu kun je uit rekenen hoeveel eieren Joah mag eten.
Het antwoord moet 2 significant, want 0,072 en 5,3 x 103 zijn twee significant.
Slide 12 - Tekstslide
Opgave 9
Slide 13 - Tekstslide
Opgave 10
Slide 14 - Tekstslide
Opgave 12
Slide 15 - Tekstslide
Percentage
Slide 16 - Tekstslide
Promillage
Slide 17 - Tekstslide
Oefening massa-pub
Slide 18 - Tekstslide
Massa-ppm en volume-ppm
Slide 19 - Tekstslide
Bijbehorende opgaven:
Bij deze begrippen moet je de volgende opgaven maken: