Zenuwstelsel Les 2: Impulsoverdracht

Aanstekelijk...
§14.2 en 14.3 Impulsoverdracht
Th. 14 Zenuwstelsel
VWO 6
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aanstekelijk...
§14.2 en 14.3 Impulsoverdracht
Th. 14 Zenuwstelsel
VWO 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
  • 3 verschillende neuronen
  • Myelineschedes verhogen snelheid (van cm/s naar m/s)
  • Centrale zenuwstelsel en perifere zenuwstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
  • Taken van centraal zenuwstelsel
  • Oefenen met de weg die impulsen afleggen
  • Hersengebieden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
Anatomisch ingedeeld in het centrale en het perifere zenuwstelsel.

Centrale zenuwstelsel:
Grote en kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg.

Perifere zenuwstelsel:
zenuwen.
BINAS
88B

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen
Ruggenmerg

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Ruggenmerg verstuurt informatie naar hersenen.

Bedenk!! informatie= altijd impulsen. Daarom vindt verwerking in specifieke hersenengebieden plaats.

Via ruggenmerg lopen ook reflexen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg met relatief veel grijze stof, vindt je die vooral onderin of bovenin?
Gaat het bij deze reflex om het linker- of rechterbeen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg met relatief veel grijze stof, vindt je die vooral onderin of bovenin?
Gaat het bij deze reflex om het linker- of rechterbeen?
Let op:
spinaal ganglion aan rugzijde
Inkeping aan buikzijde
Ruggenmergzenuw vanuit buikzijde
Grijze stof zijn cellichamen.
Relatief veel onderin.
Witte stof zijn uitlopers (myelineschedes). Veel uitlopers bovenin omdat uitlopers naar hersenen (en terug) van vele zenuwcellen daaronder aanwezig zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen

De hersenen bestaan uit drie delen:
  1. Grote hersenen (hersencentra)
  2. Kleine hersenen (coördinatie)
  3. Hersenstam (onbewuste processen)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
Grote hersenen zijn betrokken bij waarnemingen en reacties (bewust).

Informatie komt aan in primaire sensorische schors: je wordt bewust dat je iets waarneemt.
De informatie wordt verder verwerkt in de secundaire sensorische schors: je herkent de waarneming (interpretatie).

Reacties verlopen via primaire en secundaire motorische schors.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
De kleine hersenen  liggen aan de achterkant van ons hoofd, onder de grote hersenen. 

De kleine hersenen coördineren houding, beweging en evenwicht. 

Slide 11 - Tekstslide

Samen zorgen ze ervoor dat de juiste dosering prikkels bij de spieren aankomt.
Kleine hersenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenstam
De hersenstam bestuurt vitale levensfuncties als hartslag, ademhaling en bloeddruk.

Bepaalde reflexen verlopen via de hersenstam.
 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avonturen van peesje

We gaan oefenen met de stof tot nu toe.

Deze werkbladen zijn om goed mee te oefenen en bespreken we morgen.  Niet af? Kijk of je nog een tussenuur hebt vandaag!





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg
  • Organismeniveau: informatie moet verstuurd en 
    verwerkt worden. Hoe?
  • Celniveau: hoe verplaatst een impuls zich over dendriet/axon?
  • Molecuulniveau: welke stoffen en transportprocessen zijn betrokken?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drempelwaarde
Minimale prikkel voor een impuls.
Prikkel te laag --> geen impuls

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelsterkte

De sterkte van de prikkel bepaalt aantal impulsen. 

Max 250-500 impulsen per seconde.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies