Bedrijvende en lijdende vorm, vwo 3

Bedrijvende en lijdende vorm
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bedrijvende en lijdende vorm

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Na deze les kun je: 
  • bedrijvende en lijdende zinnen herkennen
  • een bedrijvende zin omzetten naar een lijdende zin en omgekeerd

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekenen de woorden 'bedrijvend' en 'lijdend' denk je?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Van bedrijvend naar lijdend: hoe werkt het?
  1. het lijdend voorwerp wordt het onderwerp
  2. het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint: een door-bepaling
  3. bij het werkwoordelijk gezegde wordt het hulpwerkwoord worden of zijn gebruikt

Slide 5 - Tekstslide

Meer dan honderd miljoen mensen bekeken dit jaar de Super Bowl.

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Quizvraag

De Super Bowl werd dit jaar door meer dan honderd miljoen mensen bekeken.

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quizvraag

Het gras van onze tuin werd door de hovenier gemaaid.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 8 - Quizvraag

De rechercheur vond bloedspetters op de muur van de keuken.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 9 - Quizvraag

Wis je alle mailadressen van je oude vrienden uit je bestand?
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 10 - Quizvraag

Dit werkstuk is door vier leerlingen uit mijn klas gemaakt.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de lijdende vorm:

Mijn kat heeft mijn bank kapot gekrabd.

Slide 12 - Open vraag

Zet in de lijdende vorm:

Mijn kat zal mijn bank kapot krabben.

Slide 13 - Open vraag

Zet in de bedrijvende vorm:

Haar gothic kleren worden door Eleonora vaak in dit boetiekje gekocht.

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
Maak uit je lesboek:
  • opdracht 1 en 2
(H5 Grammatica zinsdelen, blz.157).
  • opdracht 1 en 2
(H5 Formuleren, blz.160-161).
Klaar? Lees verder in je eigen leesboek en/of bereid je pecha kucha voor.

Slide 15 - Tekstslide