In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Voortplanting
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Geslachtskenmerken
Menstruatie
Geboorteregeling
SOA's
Seksualiteit
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij voortplanting
Slide 3 - Woordweb
Een geslachtskenmerk
Hieraan herken je het geslacht
Slide 4 - Tekstslide
Primaire geslachtskenmerken: kenmerken die je hebt vanaf de geboorte:
Jongen: penis en balzak
Meisje: vagina en schaamlippen
Slide 5 - Tekstslide
Secundaire geslachtskenmerken: kenmerken die je ontwikkelt vanaf de puberteit
Jongen: meer spieren, baard in de keel
Meisje: borsten, bredere heupen en schaamhaar
Slide 6 - Tekstslide
Is de haargroei onder de oksels een primair geslachtskenmerk?
A
Nee
B
ja
Slide 7 - Quizvraag
Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw
Slide 8 - Quizvraag
Menstruatie
De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 28 dagen
Dag 1 - 4: baarmoederslijmvlies laat los en wordt afgestoten
Dag 14: de ovulatie (de eisprong)
Na dag 28
Niet zwanger: baarmoederslijmvlies laat los
Wel zwanger: baarmoederslijmvlies blijft dik
Slide 9 - Tekstslide
Zwangerschap
Als er na de geslachtsgemeenschap een eicel bevrucht wordt dan is de vrouw zwanger
De bevruchte eicel gaat zich delen en wordt een klompje cellen (embryo)
Het embryo gaat op de baarmoederslijmvlies zitten (innesteling)
Het embryo krijgt na een paar weken voeding en zuurstof door speciale organen: de placenta (moederkoek)
De melkklieren gaan zich ontwikkelen
Slide 10 - Tekstslide
SOA Seksueel overdraagbare aandoening (geslachtsziekte)
Voorbeelden
Chlamydia: deze ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. Het kan behandeld worden met antibiotica. Als het niet behandeld wordt, kan het leiden tot de onvruchtbaarheid bij vrouwen
Aids: deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus (HIV). Iemand die besmet is met dit virus noem je seropositief. Aids is niet te genezen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Puberteit
Tijdens de puberteit zijn er lichamelijk veranderingen: groeispurt, schaamhaar en meer spieren bij jongens, rondere vormen bij meisjes.
Er zijn ook geestelijke veranderingen: je wordt zelfstandig, je wordt verliefd en je bepaalt je eigen stijl
Slide 14 - Tekstslide
Seksualiteit lhbtqia+
In de puberteit begint seksualiteit een grote rol te spelen en dat helpt bij het onderhouden van relaties
Heteroseksueel: je valt op het andere geslacht
Homoseksueel: je valt op hetzelfde geslacht (lesbisch of homoseksueel)
Biseksueel: je valt op beide geslachten
Daarnaast heb je nog transgender; queer; intersekse; aseksueel; +
Slide 15 - Tekstslide
Fabel
Feit
Je gender is een keuze
Je wordt met je seksualiteit geboren
Als iemand biseksueel is, is er meer kans dat die gene vreemdgaat
Nederland was het eerste land waar je met hetzelfde geslacht mocht trouwen
Alle mannen die zich vrouwelijk kleden zijn homo
Er zijn 11 landen waar je de doodstraf kunt krijgen als je homoseksueel bent
Slide 16 - Sleepvraag
Geboorteregeling
Wat kun je doen om geen kinderen te krijgen?
Onbetrouwbare methodes:
Periodieke onthouding (geen geslachtsgemeenschap tijdens de bevruchte periode)
Coitus interruptus (de man trekt zich terug uit de vrouw voor de zaadlozing)
Slide 17 - Tekstslide
Geboorteregeling
Betrouwbare methodes:
Condoom (beschermt ook tegen veel SOA's)
De pil
Spiraaltje
Hormoonstaafje
Sterilisatie
Slide 18 - Tekstslide
Noodmaatregelen
De morning-afterpil: (binnen 72 uur na geslachtsgemeenschap innemen). Dit bevat veel hormonen zodat de vrouw niet zwanger kan raken.
Abortus:
Abortuspil (tot 7 weken zwangerschap)
Zuigcurettage (tot 13 weken zwangerschap)
Late abortus (tot 23 weken zwangerschap)
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je in deze lessen hebt geleerd
Slide 20 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je in deze lessen nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 21 - Open vraag
Debat
Stelling: De jongen is verantwoordelijk voor de condooms.
Alle jongens zijn tegen; alle meisjes zijn voor.
Ga in de groepen argumenten bedenken om dit debat te winnen