In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Reinaert de Vos
De list
Slide 1 - Tekstslide
Vete-recht versus procesrecht
Vete-recht werd toegepast in de vroege middeleeuwen, vanaf de 13e eeuw kwam het procesrecht pas naar voren.
Opdracht:
-Ga op zoek naar het verschil tussen vete-recht en procesrecht en beschrijf dit verschil?
Noteer dit op je Mindmap
-Wat is volgens jou het standpunt van Willem (de schrijver van Reinaert de Vos) m.b.t. het procesrecht?
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je over de schrijver van Van den Vos Reynaerde, het vete-recht en de castratiescène?
Slide 3 - Open vraag
Terugblik vorige les
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
* Je weet welke list Reinaert inzet om onder de doodstraf uit te komen. Lukt dit ook? Dat weet je na vandaag.
* Je kunt omschrijven waarom de list van Reinaert goed in elkaar zit.
* Je hebt je verdiept in spreekwoorden over dieren en je hebt deze spreekwoorden vergeleken met de eigenschappen van Reinaert, Bruun en koning Nobel.
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdstuk 10 t/m 13
Wat Reinaert al vreesde is waarheid geworden: hij wordt tot de strop veroordeeld. Hij zal nu de uitdrukking 'zo slim als een vos' waar moeten maken, wil hij nog aan de galg ontsnappen.
Slide 6 - Tekstslide
Zo slim (en sluw) als een vos ..
Reinaert pakt het slim aan.. Hij begint over zijn jeugdzonden.
Waarom is dit een slimme zet?
Waarom maakt hij Isegrijn zwart? Pakt dit gunstig uit voor Reinaert?
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdstuk 10 t/m 13
Voorlezen
Slide 8 - Tekstslide
Zo slim (en sluw) als een vos ..
De list van Reinaert zit steengoed in elkaar. Om twee redenen klinkt zijn verhaal erg overtuigend.
Zoek in hoofdstuk 10 t/m 13 deze redenen op en onderbouw dit met argumenten uit het verhaal.
Vul je mindmap aan met de antwoorden.
Slide 9 - Tekstslide
Karakteristieke eigenschappen
Wat iets of iemand typeert...
Wat typeert jou? Overleg met je buurman...
Slide 10 - Tekstslide
Spreekwoorden en gezegdes
A. Schrijf enkele karakteristieke trefwoorden op die je te binnen schieten bij Reinaert, Bruun en koning Nobel.
B. Zoek op internet spreekwoorden op over de vos, de beer en de leeuw. Schrijf per dier karakteristieke trefwoorden op.
C. Vergelijk je antwoorden A. en B. en trek een conclusie in een opstel van maximaal 150 woorden. Zet dit in Google Classroom bij de opdracht gegeven door je docent.
Lesduur is: 40 min
