2BB2

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom 2BB2

Slide 1 - Tekstslide

Let op je plek in de klas

Slide 2 - Tekstslide

 De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek en pen op tafel
- Tas van de tafel



timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
  • Mobiel in de bak.
  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 4 - Tekstslide

Programma van de les 11 april

Programma:
  • Aanwezigheid
  • Aan de slag 
  • Afsluiting
Lesdoel:

Ik kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 6 - Tekstslide

H5 Woordenschat bladzijde 180
Tekst

Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen:      (bladzijde 180)
Sommige woorden zijn samengesteld uit twee of meer woorden. 
Het laatste woord van een samenstelling is het belangrijkst. Dat bepaalt de betekenis.

Bijvoorbeeld:
Een winterjas is een soort jas: een jas die je in de winter draagt. 
Een leesbril is een soort bril: een bril waarmee je kunt lezen.

Gebruik een woordenboek als je de betekenis niet zelf kunt bedenken. 
Soms staat een samenstelling niet in het woordenboek. Je kunt dan de losse woorden opzoeken. 
Bijvoorbeeld:
- Bij de meeste pretparken krijg je groepsreductie. 
Je kijkt dan in het woordenboek bij reductie (= korting).

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht:
Maak opdracht 4 t/m 10 van Hoofdstuk 5 Woordenschat
Over samenstellingen
Bladzijde 180, 181, 182, 183, 184 en 185
Doen we gezamenlijk


Slide 9 - Tekstslide

Spelling bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen

Na deze les kan je bijvoeglijke naamwoorden op een goede manier spellen. 

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

meestal
eindigt het op een -e 

de blauwe trui                                   het dikke boek                      de kale kop 

Slide 13 - Tekstslide

Materiaal
Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk materiaal het is gemaakt, dan schrijf je er altijd -en achter. 

de houten stoel                     de gouden ring                               de wollen trui. 

Slide 14 - Tekstslide

modern materiaal
als het van een modern materiaal is gemaakt komt er niets achter. 
de plastic tas                    de aluminium trap         de polyester boot

Slide 15 - Tekstslide

2 BK Blok 4 Spelling
kijk het volgend filmpje met uitleg over de regels


Het stukje over een voltooid deelwoord als een bijv nw hoeven jullie nog niet te kennen en komt niet verder in het filmpje voor.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

2 BK Blok 4 Spelling
Even oefenen


Slide 18 - Tekstslide

de … (lekker) maaltijd
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
lekker
B
lekkeren
C
lekkere

Slide 19 - Quizvraag

de … (zilver) armband
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zilver
B
zilveren
C
zilvere

Slide 20 - Quizvraag

de … (zijde) das
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
zijden
B
zijde
C
zijdene

Slide 21 - Quizvraag

een … (aardig) meisje
Regel
Is het een materiaal waarmee het gemaakt is ? Dan met -EN
A
aardig
B
aardige
C
aardigen

Slide 22 - Quizvraag

de … (breed) straat

Slide 23 - Open vraag

het … (riet) dak

Slide 24 - Open vraag

het … (scherp) mes

Slide 25 - Open vraag

de … (wol) trui

Slide 26 - Open vraag

de … (geel) vlag

Slide 27 - Open vraag

Goed bezig!

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Hoofdstuk 5 spelling
Bijvoeglijke naamwoorden
Startopdracht bladzijde 186
Opdracht 1 en 2 bladzijde 187
Opdracht 3 bladzijde 187 en 188
Opdracht 5 en 6 bladzijde 188

Slide 29 - Tekstslide

Bedankt allemaal
Bedankt allemaal!

Slide 30 - Tekstslide