Burgerschap Les 1

Burgerschap P2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap P2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
Politiek-Juridisch burgerschap 


Slide 2 - Tekstslide

In dit blok: 
Democratie. 
Proviciale staten verkiezingen
Monarchie 
Wereldburgerschap
Rechtstaat en rechtspraak
Vandaag
- Wat is democratie
- Wanneer mogen we stemmen
- Waarvoor mogen we stemmen
- Wat moeten we stemmen? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een bestuursvorm waarbij wij als burgers van ons land mogen meebeslissen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tegenovergestelde van democratie?
A
Republiek
B
Tirannie
C
Dictatuur
D
Monarchie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur
Slechts één persoon of een kleine groep mensen heeft de macht. 

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn nog meer bestuursvormen zoals: Theocratie waar een religieus persoon aan de macht is. (Vooral in sommige islamitische landen)
Aristocratie: Waarbij sommige zeer rijke, bevoorrechte personen aan de macht zijn. Deze macht wordt overgedragen aan een familielid. Een nieuwe leider wordt dus niet gekozen maar geboren. Dit komt niet vaak meer voor. 

Vanaf wanneer was er kiesrecht?
A
1901
B
1917
C
1923
D
1931

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kregen vrouwen in Nederland actief kiesrecht?
A
1919
B
1923
C
1931
D
1935

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd vind jij dat er gestemd mag worden? En waarom?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij dat het volk in Nederland veel invloed heeft?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte democratie
Het volk mag meebeslissen wie er onze volksvertegenwoordiger wordt. Het volk mag laten weten wat ze vinden. Er kan zelfs een referendum (stemming) plaatsvinden. Maar deze is niet bindend en beslissingen worden genomen door de gekozen leiders. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe democratie
Zwitserland heeft bijvoorbeeld een directe democratie. Het volk mag zelf meebeslissen middels bijvoorbeeld een referendum. Deze is dan ook bindend. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is/zijn de landelijke volksvertegenwoordiger(s)?
A
De tweede kamer
B
De minister president
C
De eerste en tweede kamer
D
De ministers

Slide 14 - Quizvraag

De eerste en tweede kamer. Dit zijn alle door ons gekozen leiders. 
Dit bestuur en de zetels is voor volgende week! 

Nederland heeft een directe democratie
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Wij mogen beslissen welke leiders er verantwoordelijk zijn. Wij mogen ook zeker laten weten wat we vinden. Er worden ook referenda gehouden in Nederland. Dit wordt meegenomen in de overweging maar is niet bindend. 
Wat is fijn aan het wonen in een democratisch land?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke verkiezingen komen er in 2023 weer aan?
A
Provinciale Staten
B
Tweede kamer
C
Gemeenteraad
D
Europees parlement

Slide 17 - Quizvraag

Volgende week gaan we ons bezig houden met ons bestuur. Hoe werkt dit precies en waarop moet ik nu precies stemmen? 
Heb je weleens gestemd?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemeenteraad
Elke 4 jaar kiezen we de gemeenteraad. De gemeenteraad geeft aan wat er in een gemeente moet gebeuren en ziet toe op het werk van de burgemeester en wethouders. Een gemeenteraad wordt door de inwoners van een gemeente gekozen en bestaat uit 9 tot 45 raadsleden, afhankelijk van hoeveel inwoners een gemeente heeft; altijd een oneven aantal.

Slide 19 - Tekstslide

De gemeenteraad neemt beslissingen en maakt het beleid. Zij bepalen wat er moet gebeuren per portefeuille. 
Moeten er speeltuinen bij? Zo ja, waar? 
Waar komen extra parkeerplaatsen. 
Dit gevaarlijke kruispunt daar moet wat aan gedaan worden. 
Sportvelden, sportzalen, hoogte van bepaalde belastingen. etc. 
Wethouders
Wethouders in de gemeente zijn vergelijkbaar met de met ministers in het kabinet: ze gaan over een specifiek onderwerp en zijn verbonden aan een politieke partij. Wethouders voeren de taken uit. (Full-time banen).
De wethouders worden aangesteld door de gemeenteraad. 

Slide 20 - Tekstslide

Elke wethouder heeft een eigen takenpakket. Dit takenpakket kan zeer uiteenlopend zijn en wordt vaak de 'portefeuille' van een wethouder genoemd. Hoe minder wethouders een college heeft, hoe verscheidener het takenpakket per wethouder. Eén wethouder is altijd (onder andere) belast met de gemeentefinanciën. Verder is er een wethouder verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en één voor sociale zaken en werkgelegenheid. Onder sociale zaken en werkgelegenheid valt de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Participatiewet, waar de gemeente voor verantwoordelijk is. Het komt ook voor dat het college extra aandacht wil schenken aan een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld dierenwelzijn. In dat geval wordt een dergelijk onderwerp toegevoegd aan het takenpakket van een wethouder.
Burgemeester
De burgemeester is dé centrale speler in het gemeentelijk bestuur. Hij is het eerste aanspreekpunt van de gemeente en voorzitter van het college en van de gemeenteraad. 
De burgemeester kan net als de wethouders ook bepaalde taken en portefeuilles hebben.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het College
Hiermee wordt de burgemeester én de wethouders samen bedoeld. 
Soms wordt er Het college van B&W gezegd. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed

Jij hebt dus wel degelijk invloed en het is super belangrijk dat je stemt tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Zij bepalen namelijk welke wethouders er voor de gemeente verantwoordelijk zijn. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Provinciale staten verkiezing
15 maart 2023!!!




Slide 24 - Tekstslide

Provincie: bepaald overkoepelende dingen. Bussen, wegen, fietspaden, treinen. Deze zijn groter dan gemeente zaken. Provincies doen ook vaak veel voor het onderwijs, cultuur, water, sport etc. 
Eigenlijk werkt het vergelijkbaar met de gemeenteraad. 

Gemeenteraad -> Provinciale Staten 
Burgemeester -> Commissaris van de Koning
Wethouders -> Gedeputeerden
 

Slide 25 - Tekstslide

De door ons gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie wordt Provinciale Staten genoemd. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan.
Zij mogen ook de leden van de eerste kamer kiezen. (Eerste kamer neemt de uiteindelijke beslissing of een wet wordt aangenomen). 

De uitvoering van het gemaakte beleid wordt gedaan door de gedeputeerden. Zij kiezen portefeuilles en het beleid daarvan voeren zij uit. 

De voorzitter van dit zooitje is de commissaris van de Koning. (Vergelijkbaar met de burgemeester op gemeente niveau). 
Kiezen


Maar voor wie kies je dan? 
STEM SLIM!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed
Nogmaals, als je niet tevreden bent of je wilt verschil maken dan begint dat hier! 

Stem vooral op iemand die jou belangen kan behartigen. In ons geval zijn dat vaak niet de oude, blanke mannen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het allemaal nog?
Even testen!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gemeenteraad
Gedeputeerde
Het college
Wethouders
Profinciale Staten
Maakt het beleid
Voert beleid op provinciaal niveau uit
B&W

Zijn gekozen en voeren beleid uit binnen de gemeente

Kiest de leden van de 1e kamer

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1: De wethouders en de leden van de provinciale staten voeren beleid uit.
Stelling 2: Elke provincie heeft zijn eigen provinciale Staten.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke van de onderstaande besturen kan jij direct invloed op uitoefenen?
A
Gemeenteraad
B
Wethouders
C
Provinciale Staten
D
Gedeputeerden

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer kunnen we stemmen? (Schrijf de datum uit)

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kiezen we voor?
A
Gemeenteraad
B
Waterschap
C
Tweede kamer
D
Provinciale Staten

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Ga naar generation 24/7
2. Kies voor politiek-juridisch burgerschap
3. Ga naar de hoofdstuk 'Democratie en monarchie'


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
1. Ga naar paragraaf 'bestuursvormen
2. Maak opdracht 1,4, 5,6a, 7 & 10.
3. Ga naar paragraaf 'Democratie in Nederland'
4. Maak opdracht 1 tot en met 8. 


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!

Slide 37 - Tekstslide

Volgende week:
Eerste, tweede kamer (Bestuur Nederland)
Stemwijzers
Slim stemmen