Bijna alle zinnen hebben een onderwerp en een gezegde. Een zin kan nog meer zinsdelen hebben, bijvoorbeeld een lijdend voorwerp. Een lijdend voorwerp geeft meestal aan wie of wat iets overkomt.
Slide 4 - Tekstslide
Lijdend voorwerp vinden
Sifan Hassan heeft een gouden medaille gevonden.
1. Zoek de persoonsvorm.
2. Zoek het onderwerp.
3. Zoek het werkwoordelijk gezegde
Slide 5 - Tekstslide
Lijdend voorwerp vinden
Siffan Hassen heeft een gouden medaille gewonnen.
Zoek het lijdend voorwerp.
Vraag: wat (soms: wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp.
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.
Slide 6 - Tekstslide
Lijdend voorwerp
De docent heeft de toets in Magister gezet.
Persoonsvorm?
Onderwerp? Werkwoordelijk gezegde?
Lijdend voorwerp?
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen
Je krijgt een envelop met kaartjes. Maak van de kaartjes de juiste zinnen. Daarna bespreken we wat van die zinnen de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp is.