Talent H2, H5 en H10

Talent
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Talent

Slide 1 - Tekstslide

Zes teksdoelen
1. informeren
2. uiteenzetten
3. beschouwen
4. overtuigen
5.activeren
6. amuseren

Slide 2 - Tekstslide

Een speech is:
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
amuserende tekst
D
beschouwende tekst

Slide 3 - Quizvraag

In de inleiding van een voordelen-nadelenstructuur staat altijd een
A
anekdote
B
een voorbeeld
C
een vraag
D
een argument

Slide 4 - Quizvraag

Een ander woord voor: de lezer/luisteraar zelf laten nadenken over een kwestie
A
objectiveren
B
debatteren
C
opiniëren
D
retoriek

Slide 5 - Quizvraag

een voorbeeld van een drieslag
A
Niemand wist het. Niemand was erbij. Niemand is schuldig.
B
Het was geweldig, nee mooi, nee wel aardig
C
Het gaat om respect, begrip en vriendelijkheid
D
Het was dom, dom,dom.

Slide 6 - Quizvraag

Welke twee vaste tekststructuren horen bij een betoog?

Slide 7 - Open vraag

"Ik vind dat de regering een fijn milieubeleid voert."
dit is een .... argument
A
subjectief
B
objectief

Slide 8 - Quizvraag

Ik vind het vervelend dat er afgelopen maandag al vijftig coronabesmettingen bekend waren in de provincie Utrecht.
Dit is ... argument
A
objectief argument
B
subjectief argument
C
allereerst een objectief en daarna subjectief argument
D
allereerst een subjectief en daarna een objectief argument

Slide 9 - Quizvraag

een tegenargument is
A
een argument waarmee je het standpunt probeert te ontkrachten
B
een argument waarmee je probeert een argument te verzwakken
C
het standpunt en het geheel van argumenten
D
is een ander woord voor empirie

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een hyperbool en geef een voorbeeld

Slide 11 - Open vraag