3.2 - Nederland en Europa I

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H3.2 Nederland en Europa

Planning

1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Instructie 'Gouden Eeuw', 'Handel, nijverheid en landbouw' & 'Groeiende steden'
3. Aan de slag met de tijdlijn
4. Afsluiting

'Gouden Eeuw'

Handel in de Republiek

Gouden eeuw: de Republiek was het rijkste land van Europa in de 17e eeuw, het ging goed.

Door handel kon er veel geld verdiend worden

-> voorbeeld: Graanhandel met havens bij de Oostzee, NL werd stapelplaats voor graan

Graanhandel is een goed voorbeeld van Handelskapitalisme: handelaren wilden winst maken

Kapitalisme

Handelaren uit de Republiek handelden in veel meer producten

• Hout en teer uit Scandinavië
  
• Wijn, vruchten en zout uit Zuid-Europa
  
• Wol uit Engeland
  
• Specerijen uit Azië

Handelaren maakten winst door eerst te investeren in schepen en goederen. Vervolgens verkochten ze hun gekochte goederen met winst door. Dit wordt Kapitalisme genoemd.

Groeiende steden

Bloeiende economie -> veel werkgelegenheid -> groei van steden 

Amsterdam was meest verstedelijkte plaats

Er werden grachten gegraven om spullen aan- en af te voeren

Grachtengordel in Amsterdam is hierdoor ontstaan!

Handel en nijverheid

Naast het veelvuldig handelen door heel de wereld was het economisch succes van de Republiek ook te danken aan de nijverheid.

Leiden: belangrijke textielstad!

Veel ondernemers hielden zich bezig met handel én nijverheid

Bloei in Holland en Zeeland

De economische bloei vindt vooral plaats in Holland en Zeeland.

In de rest van de Republiek wordt nog steeds hard gevochten tegen de Spanjaarden

0

Hoe werd Nederland rijk en wat heeft de grachtengordel daarmee te maken?

Tijdlijn

Vul je tijdlijn aan met de volgende gebeurtenissen en periodes:

• Regeerperiode Lodewijk XIV
• Regeerperiode Willem III als stadhouder
• Regeerperiode Willem III als koning van Engeland
• Gouden Eeuw
• Begin van de bouw van de Grachtengordel

Geef per gebeurtenis/periode een korte beschrijving op de achterkant van je tijdlijn

Producten opslaan om later te verhandelen noem je:

1. handelskapitalisme
2. stapelmarkt
3. VOC-principe
4. pakhuispolitiek

Wat hoort niet bij de Gouden Eeuw?

1. Bloei in de kunst
2. Bloei in de wetenschap
3. Groeiende handel en industrie
4. Groeiende handel en nijverheid

Afsluiting