In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Thema 3 - Week 3 - Les 12
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
- De kinderen leren dat je woordbetekenissen kunt afleiden uit plaatjes.
- De kinderen leren dat een plaatje helpt bij het onthouden van de betekenis van dat woord.
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 3 - Tekstslide
De vitrine is
A
Een metalen kast met spulletjes
B
Een glazen kast met spulletjes
C
Een houten kast met spulletjes
D
Een ijzeren kast met spulletjes
Slide 4 - Quizvraag
De wok is
A
Een grote, vierkante pan
B
Een grote, rechthoekige pan
C
Een grote, driehoekige pan
D
Een grote, ronde pan
Slide 5 - Quizvraag
De labrador is
A
Een hond met korte haren
B
Een hond met lange haren
Slide 6 - Quizvraag
De beurs is
A
Een soort portemonnee
B
Geld
Slide 7 - Quizvraag
Het gaasje is
A
Een ding om te knippen
B
Een doekje voor op een wond
Slide 8 - Quizvraag
Opdracht 2
Slide 9 - Tekstslide
De sofa is
A
Een zachte bank zonder rugleuning
B
Een houten bank met rugleuning
C
Een zachte bank met rugleuning
D
Een houten bank zonder rugleuning
Slide 10 - Quizvraag
Het luik is
A
Een houten plank onder het raam
B
Een houten plank voor het raam
C
Een zachte stof voor het raam
Slide 11 - Quizvraag
De inrichting is
A
Met meubels een kamer mooi maken
B
Met verven een kamer mooi maken
C
Iets weggooien
Slide 12 - Quizvraag
Opdracht 3
Slide 13 - Tekstslide
Welke afbeelding is de luit? - De luit is een muziekinstrument - Het is gemaakt van hout - De onderkant is bol - Het onderste deel heeft de vorm van een ei - Het bovenste deel staat krom
Slide 14 - Poll
Zijn er nieuwe woorden die je hebt geleerd? Zo ja welke zijn dat? En weet je betekenis van dat woord ook nog?