H4, 4.4 Grammatica: werkwoorden

WELKOM
Pak een boek of tijdschrift.
Heb je je spullen voor Nederlands klaar liggen?
Is je telefoon uit en uit het zicht?
Ga lekker lezen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
Pak een boek of tijdschrift.
Heb je je spullen voor Nederlands klaar liggen?
Is je telefoon uit en uit het zicht?
Ga lekker lezen.

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Deze les 
Uitleg over werkwoorden.
Maken van de opdrachten.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat werkwoorden zijn.
Je leert hoe je werkwoorden kan herkennen.


Slide 4 - Tekstslide

Woordsoorten
Een werkwoord is een woordsoort.

Wat zijn nog meer woordsoorten?

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoord
Een werkwoord:
  • Zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.
  • In elke zin staat altijd één werkwoord, soms meer.



Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden herkennen
Werkwoorden vervoegen.

Zet er 'ik', 'hij' en 'wij' voor.

Slide 7 - Tekstslide



beoordelen

ik beoordeel
jij beoordeelt
wij beoordelen

ja, dit is juist


waterton

ik waterton
jij watertont
wij watertonnen

nee, dit is niet juist
Voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Let op!
Kijk altijd goed naar de zin. Hoe wordt het (werk)woord gebruikt?

Ik voetbal met mijn vrienden
De voetbal ligt in de gracht.

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt de pincode beter niet op je bankpas schrijven. Benoem de werkwoorden in deze zin.
A
Kunt
B
Kunt en schrijven
C
Schrijven en bankpas
D
Pincode, kunt en je

Slide 10 - Quizvraag

Jan legde het boek op de bovenste plank van de kast. Benoem de werkwoorden.
A
Legde
B
Legde en plank
C
Plank en Jan
D
Legde en bovenste

Slide 11 - Quizvraag

Wij hebben de hele zomer aardbeien uit onze eigen tuin gegeten. Benoem de werkwoord(en).
A
Hebben en aardbei
B
Gegeten en eigen
C
Wij en hele
D
Hebben en gegeten

Slide 12 - Quizvraag

De Nachtwacht is het bekendste schilderij in het Rijksmuseum. Benoem de werkwoord(en).
A
Bekendste en schilderij
B
Schilderij en De Nachtwacht
C
Is
D
Is en Rijksmuseum

Slide 13 - Quizvraag

Het gebruik komt uit Amerika. Benoem de werkwoord(en).
A
Gebruik
B
Komt en gebruik
C
Amerika en gebruik
D
Komt

Slide 14 - Quizvraag

zelfstandig werken
Maken: hoofdstuk 4, paragraaf 4.4 Grammatica,
opdracht 11, 12, 13, 14.
Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten op het werkblad

Slide 16 - Tekstslide