Deel 3 Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
OndernemingsrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: noem de vier rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid.

Slide 2 - Open vraag

- Eenmanszaak
- Maatschap
- VOF
- CV
Sleep de rechtsvormen naar de juiste belastingsoort. 
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Eenmanszaak
NV
V.O.F.
BV

Slide 3 - Sleepvraag

Let op, de aandeelhouders van de BV en NV moeten zelf ook nog inkomstenbelasting betalen over hetgeen zij hebben verdiend aan de onderneming.

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erik wil een telefoonzaak oprichten en heeft een BV als rechtsvorm in gedachte. Hij verwacht €40.000 per jaar omzet te behalen. Vanwege de risico's wil hij extra beschermd zijn en daarom kiest hij voor een BV. Geef Erik advies over de vraag of een BV de juiste rechtsvorm is.

Slide 8 - Open vraag

Met een BV is Erik wel beschermd. Echter is bescherming niet het enige onderdeel waar men rekening dient te houden. Een BV betaalt namelijk vennootschapsbelasting ipv inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting is pas voordeling bij het behalen van hoge winsten. €40.000 is te weinig en dus is het financieel mogelijk verstandiger om te gaan voor een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid. Mogelijk kan hij de rechtsvorm later wijzigen naar een BV, wanneer er meer winst wordt geboekt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Een individuele bestuurder kan slechts aan aansprakelijkheid ontsnappen indien hij bewijst dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan hem te wijten is én hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. De lat voor deze zogenaamde disculpatiemogelijkheid ligt volgens vaste jurisprudentie hoog.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komende weken zullen wij een onderscheid maken tussen de commerciële- en niet commerciële rechtspersonen. Sleep de juiste rechtspersoon naar de juiste vorm.
Commerciële rechtspersonen
Niet commerciële rechtspersonen
BV
Stichting
NV
Coöperatie
Vereniging

Slide 15 - Sleepvraag

Niet-Commerciële organisaties zijn dus organisaties die niet streven naar winst. Zij hebben een ander doel. Voorbeelden van niet-commerciële organisaties zijn scholen, goede doelen en sportclubs.

Commerciële organisaties zijn dus organisaties die streven naar winst. Voorbeelden van commerciële organisaties zijn winkels, fabrieken en banken. 
Terugblik

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies