4H 2.2 Geslachtelijke voortplanting

Welkom bij Biologie
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Biologie

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht Zs (Zelfstandig stil)
Pak je boek
Lees basisstof 2.2 (tot plantenverdeling)
blz. 101 t/m 105 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht Zs (Zelfstandig stil)
Maak opdracht 10a en 10b op bladzijde 99 in je boek
 
Na 5 minuten mag je zachtjes
overleggen met je buurman
of buurvrouw.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht 
antwoorden





 
   enzovoort 

Slide 4 - Tekstslide

Voortplanting bacteriën uitrekenen

Een bacterie deelt zich elke 30 minuten. Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur? Machtsverheffen!

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 10.b

Slide 6 - Tekstslide

Resultaten weergeven in een grafiek
Om een goede grafiek te maken, moet je aan een aantal eisen voldoen:
  • Zet op de x-as; de oorzaak (datgene wat je zelf bepaald of gevarieerd hebt)
  • Zet op y-as: het gevolg (datgene wat je hebt gemeten)
  • Benoem beide assen (grootheden en eenheden);
  • Trek een vloeiende lijn door/tussen de punten;
  • Maak, indien van toepassing, een legenda.

Slide 7 - Tekstslide

Resultaten weergeven in een grafiek
  • X-as: Tijd in minuten (oorzaak)
  • Y-as: Aantal bacteriën (gevolg)

  • Grootheid x-as: tijd
  • Eenheid x-as: in minuten

  • Grootheid y-as: bacteriën
  • Eenheid y-as: aantal
Grootheid en eenheid
Enn grootheid is iets wat je kunt meten, zoals lengte of massa, een eenheid is een afgesproken hoeveelheid, zoals meter, kilogram, seconde.

Slide 8 - Tekstslide

Een ander voorbeeld
  • X-as: Leeftijd in jaren (oorzaak)
  • Y-as: Lengte in cm (gevolg)

  • Grootheid x-as: leeftijd
  • Eenheid x-as: in jaren

  • Grootheid y-as: lengte
  • Eenheid y-as: in cm

Slide 9 - Tekstslide

Voortplanting en seksualiteit
2.1 Ongeslachtelijke voortplanting 
2.2 Geslachtelijke voortplanting les 1
2.3 Hormonen
2.4 Zwanger
2.5 Seksualiteit
2.6 Soa's en geboorteregeling

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2
  • Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen worden gevormd en hoe de bevruchting verloopt.
  • Je kunt uitleggen hoe de geslachtelijke voortplanting bij planten met bloemen verloopt.
  • Je kunt de bouw, werking en functie van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven. 

Slide 11 - Tekstslide

Celfusie
Geslachtelijke voortplanting wordt gekenmerkt door het versmelten van twee (geslachts)cellen en diens genetische informatie uit de kern.


Slide 12 - Tekstslide

Diploïd en Haploïd
  • Lichaamscellen: chromosomen in paren = diploïd (2n)

  • Geslachtcellen: 1 chromosoom van een paar = haploïd (n)

  • Zygote --> bevruchte eicel = 2n Want n + n = 2n (zaadcel + eicel = zygote)

Slide 13 - Tekstslide

2n (diploid) / n (haploid)
Lichaamscel = somatische cel
Geslachtscel = gameet

Slide 14 - Tekstslide

Meiose = reductiedeling  
Binastabel 76B

(Celcyclus 76A
Mitose 76B)

Slide 15 - Tekstslide

2n = diploïd  en  n = haploïd

Slide 16 - Tekstslide

Een organisme heeft 2n = 12 chromosomen, hoeveel chromosomenparen heeft dit organisme?
A
2
B
6
C
12
D
24

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar op de afbeelding?
Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatiden
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Geslachtelijke voortplanting bij planten
De voortplantingscellen (geslachtscellen) zitten in de bloemen:
Stuifmeelkorrels.
 - Eicellen.
In de bloemen vindt de bevruchting plaats. 
Nakomelingen = zaadjes

Geslachtscellen ontstaan door meiose (helft aantal chromosomen). 

Na de bevruchting (= versmelting 2 geslachtscellen) is er een nieuw genotype ontstaan. 

Slide 20 - Tekstslide

De bloem
Meeldraad
- helmdraad
- helmknop met stuifmeelkorrels

Stamper
- stempel
- stijl
- vruchtbeginsel met zaadbeginsels waarin eicellen zitten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Bestuiven en bevruchten
Bestuiven = stuifmeel komt (door insect of wind) op de stempel 
De stuifmeelkorrel vormt een buis door de stijl naar beneden, richting de vruchtbeginsels (met daarin de eicellen).
Bevruchten = kern van stuifmeelkorrel en eicel smelten samen --> bevruchte eicel

Slide 23 - Tekstslide

Een veredelaar doet dit kunstmatig na selectie van de stuifmeelkorrels en eicellen = veredeling. 
Zo selecteert hij de beste eigenschappen.

Slide 24 - Tekstslide

De volgorde waarin het voortplantingsproces bij zaadplanten plaatsvindt, is:
A
bevruchting > bestuiving > ontstaan stuifmeelbuis
B
bevruchting > ontstaan stuifmeelbuis > bestuiving
C
bestuiving > bevruchting > ontstaan stuifmeelbuis
D
bestuiving > ontstaan stuifmeelbuis > bevruchting

Slide 25 - Quizvraag

Hoe ontstaan zaden en vruchten?
Na de bevruchting begint alles te groeien:
1. het vruchtbeginsel van de stamper groeit uit tot een vrucht

2. binnenin het vruchtbeginsel groeien alle zaadbeginsels waarbij de eicel is bevrucht uit tot een zaadje

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Oefenen - 10 min


Lezen: 2.2 t/m plantenveredeling
Maken opdracht 13 t/m 15 


Klaar?

Controleer je antwoorden 
Lees blz. 107 t/m 110

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Celfusie
Geslachtelijke voortplanting = door het versmelten van twee (geslachts)cellen en diens genetische informatie uit de kern.

De nieuwe cel bevat dus een dubbel aantal chromosomen.

Slide 30 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van de man (1)
1. Zwellichaam: stroomt vol met bloed bij seksuele opwinding met een erectie als gevolg.
2. Urinebuis: afvoeren van urine.
3. Eikel: bevat veel zenuwuiteinden en is daardoor erg gevoelig.
4. Voorhuid: bedekt de eikel en beschermt deze tegen frictie en vuil.
5. Urineblaas: opslag van urine

Slide 31 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van de man (2)
6. Zaadblaasjes: geeft vocht af aan de zaadcellen.
7. Prostaat: voegt vocht toe aan zaadcellen. (vocht + zaadcellen is sperma) 
8. Zaadleiders: vervoeren zaadcellen.
9. Bijbal: opslag van zaadcellen.
10. Teelbal (testes): produceert zaadcellen.
11. Balzak: de temperatuur ligt lager dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de zaadcellen.

Slide 32 - Tekstslide

Zaadcellen 86A
Spermatogenese

Slide 33 - Tekstslide

Zaadcel
Sperma bestaat uit:
  • zaadcellen (spermacellen) uit de teelballen
  • basisch vocht uit de zaadblaasjes dat de zaadcellen actief maakt.
  • vocht met voedingsstoffen afkomstig uit de prostaat
Tijdens een zaadlozing verlaten 300 tot 400 miljoen zaadcellen het lichaam

Slide 34 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw (uitwendig)

Slide 35 - Tekstslide

Het vrouwelijk geslachtsorgaan en de eicellen

Slide 36 - Tekstslide

Bevruchting
Bij de bevruchting fuseren twee gameten. De gameten bevatten de helft van de genetische informatie (n).
Dit levert een bevruchte cel op met een normale hoeveelheid genetische informatie (2n).

Slide 37 - Tekstslide

bevruchting
Bevruchting
Bevruchting = het versmelten van de kernen van de zaadcel en eicel

Slide 38 - Tekstslide

Binas 86E
De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling in baarmoederslijmvlies

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Huiswerk

Lezen: 2.2 t/m plantenveredeling
Maken opdracht 13 t/m 22 + begrippenlijst 



Slide 41 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Leerdoelen 2.2
  • Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen worden gevormd en hoe de bevruchting verloopt.
  • Je kunt uitleggen hoe de geslachtelijke voortplanting bij planten met bloemen verloopt.
  • Je kunt de bouw, werking en functie van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven. 

Slide 44 - Tekstslide

Wat is GEEN functie van mitose?
A
Reparatie
B
Groei
C
Voortplanting
D
Celstrekking

Slide 45 - Quizvraag

Aan het einde van de mitose heb ik
A
2 cellen met 23 chromosomen
B
2 cellen met 46 chromosomen
C
4 cellen met 23 chromosomen
D
4 cellen met 46 chromosomen

Slide 46 - Quizvraag

Mitose
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde.

Slide 47 - Sleepvraag

Slide 48 - Link