2.2 Geslachtelijke voortplanting

Thema 2 Voortplanting
2.2 Geslachtelijke voortplanting
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voortplanting
2.2 Geslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en hoe bevruchting verloopt.
  • Je kunt de bouw, werking en functie van het voortplantingsstelsel van de mens beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
Primaire: vanaf de geboorte aanwezig
Secundaire: kenmerken die ontstaan vanaf de puberteit

Vanaf puberteit vruchtbaar
  • Geslachtsorganen maken voortplantingscellen: zaadcellen en eicellen

Slide 3 - Tekstslide

Iedere lichaamscel (somatische cel) bevat 46 chromosomen: 23 van je vader en 23 van je moeder. Dit noem je diploïd en wordt genoteerd als: '2n'

Geslachtscellen bevatten 23 chromosomen. Dit noem je haploïd en wordt genoteerd als 'n'.

Slide 4 - Tekstslide

Voortplantingscellen man = zaadcellen (70.000.000/dag) -> staart voor voortbeweging
Voortplantingscellen vrouw = eicel (1/maand) -> 3x zo groot (voedingsstoffen ontwikkeling)

Slide 5 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting (bevruchting): celfusie

Slide 6 - Tekstslide

Geslachtsorgaan man

  • Zaadballen: maken zaadcellen
  • Bijballen: opslag zaadcellen
  • Zaadleider: vervoer zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat: toevoegen basisch vocht + voedingsstoffen fructose en eiwitten (= zaadvocht)
  • Urinebuis

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtsorgaan vrouw
  • Clitoris
  • Vagina
  • Baarmoeder
  • Twee eileiders & eierstokken: met 400.000 onrijpe eicellen

-> Rijpen van eicel met de klok mee

-> Van nature zure omgeving


Slide 8 - Tekstslide

Het maken van voortplantingscellen
  • Man: testes (zaadballen)
  • Vrouw: ovaria (eierstokken)

Diploïde moedercellen --> haploïde dochtercellen: zaadcellen en eicellen

Dit gebeurt tijdens de meiose (reductiedeling)
Je hebt de meiose I en de meiose II 

Slide 9 - Tekstslide

Meiose: 
  • Geslachtscellen maken
  • 23 paar chromosomen op een rij

Slide 10 - Tekstslide

Meiose I: 
1 diploïde cel -> 2 haploïde cellen

Meiose II:
2 haploïde cellen -> 4 haploïde dochtercellen (dit worden de geslachtscellen)

Slide 11 - Tekstslide

Binas tabel 76B2+3
Vergelijk de metafase van de mitose met die van de meiose I, welk verschil zie je?

Welke overeenkomsten zie je tussen de mitose en de meiose II?

Slide 12 - Tekstslide

Zaadcellen
Spermatogenese in de testes

Zaad-moedercellen (spermatogonia) -> zaadcellen (spermatozoa)

Opslag in bijballen

Binas tabel 86A1+2

Slide 13 - Tekstslide

Spermatogenese (binas 86D)
Spermatogonia (2n = 46,XY)

1' spermatocyt (2n = 46,XY)

2' spermatocyten (n = 23,X of 23,Y)

spermatiden (n = 23,X of 23,Y)

spermacellen (n = 23,X of 23,Y)

Slide 14 - Tekstslide

Vorm/functie denken:
Welke functies hebben de vorm van zaadcellen?

Slide 15 - Open vraag

Eicellen
Oögenese in eierstokken

Eicel-moedercellen (oögonia) -> eicel 

Follikel = blaasje met vocht
Ovulatie = eisprong

Binas tabel 86B1+2


Slide 16 - Tekstslide

Oögenese (binas 86D)
Oögonia (2n = 46,XX)

1' oöcyt (2n = 46,XX)

2' oöcyt (n = 23,X)
poollichaampjes breken af

eicel (n = 23,X)


Slide 17 - Tekstslide

En dan...

  • 12-24 u leven; geen/wel bevruchting = zygote
  • Wel bevruchting door zaadcel = meiose II wordt afgemaakt

Slide 18 - Tekstslide

Hét moment suprême :)

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen behaald??
  • Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en hoe bevruchting verloopt.
  • Je kunt de bouw, werking en functie van het voortplantingsstelsel van de mens beschrijven.

Slide 20 - Tekstslide

Het huiswerk
Bestudeer blz. 113 t/m 123.
Onvoldoende: Maken + nakijken opdr. 18 t/m 33.
Voldoende: Maken + nakijken opdr. 25 t/m 33.

Slide 21 - Tekstslide