13. De negativiteitsbias




  • Ben jij wel eens "gewoon een beetje uit je doen"?

  • Vandaag leren we iets over:
  • de negativiteitsbias
  • en "triggers"
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
CoachingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




  • Ben jij wel eens "gewoon een beetje uit je doen"?

  • Vandaag leren we iets over:
  • de negativiteitsbias
  • en "triggers"
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 1 - Tekstslide

De negativiteitsbias
  • Een lastig woord.
  • Het betekent dat het vaak makkelijker is om negatieve dingen, gebeurtenissen en mensen te onthouden dan positieve. Een voorbeeld:
  • Als ik het thuis heb over de vakantie naar Italië 5 jaar geleden (!) weet ik nog precies dat dat de vakantie was dat onze auto op de terugreis stuk ging, en wat er daarna allemaal mis ging. Maar wat was er ook alweer allemaal goed gegaan en welke leuke dingen hebben we gedaan die vakantie? 
  • Kun jij een voorbeeld verzinnen? Praat er even over met je buurman/buurvrouw. Daarna hoor ik even een paar voorbeelden.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Die negatieve gevoelens, 
weg ermee?!
NEE!!!!
  • Vroeger waren negatieve gevoelens nodig om ons te beschermen tegen gevaar. Bij angst ging je vluchten (wilde dieren) en bij boosheid ging je vechten
  • Nu: negatieve gevoelens helpen ons verder in het leven.
  • Wanneer je minder goed in je vel zit, betekent dit eigenlijk dat er verandering nodig is. Je moet je situatie veranderen of anders tegen de vervelende situatie aankijken.

Slide 3 - Tekstslide

Kijkopdracht
  • Het volgende filmpje laat zien dat het belangrijk is dat je je bewust bent van je negatieve gevoelens en hoe je ermee om kunt gaan.
  • Op welke manier gaat het poppetje met zijn negatieve gevoelens om wanneer hij ze heeft en hoe lukt het hem om er uiteindelijk beter mee om te gaan?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

  • Op welke manier gaat het poppetje met zijn negatieve gevoelens om wanneer hij ze heeft? 

  • Hij stopt ze weg (in de doos)
  • Hij zoekt afleiding (feestjes)
  • Hij verdooft de pijn (drank)
  • Hij vermijdt moeilijke situaties (koptelefoon)
  • En hoe lukt het hem om er uiteindelijk beter mee om te gaan?

  • Hij laat de pijn toe
  • Door meer negatieve gevoelens toe te laten kun je de positieve gevoelens ook weer voelen
  • Zo bepaalt niet de pijn meer alleen jouw leven, maar jijzelf!

Slide 6 - Tekstslide

TRIGGERS
  • Met een TRIGGER wordt bedoeld: de AANLEIDING die ervoor zorgt dat je een heftige reactie hebt (zoals: boos/ woede, angst, blijdschap/ vreugde, verdriet, afkeer, verbazing).
  • Als je weet wat de aanleiding is en waarom deze zo’n invloed heeft op jou, dan kun je er iets aan doen en leren om er anders mee om te gaan of ervan te genezen.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
  • Voorbeeld
  • Ik raakte verveeld (= emotie) omdat de les zo saai (= trigger) was.

  • Kies 3 emoties uit en schrijf de zin op:
  • Ik werd boos omdat/toen ...
  • Ik raakte gefrustreerd omdat/toen ...
  • Ik raakte wanhopig omdat/toen ...
  • Ik werd verdrietig omdat/toen ...
  • Of: prikkelbaar, ongerust, blij, verbaasd, ongeduldig, enthousiast, 

timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

negatieve emoties
  • Eén negatieve gedachte roept vaak meer negatieve gedachten op.
  • Deze negatieve gedachten versterken elkaar. 
  • Gevolg: alles lijkt mis te gaan, niet te lukken. Je komt in een negatieve spiraal.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 
negatieve spiraal:
  • Beschrijf een negatieve situatie
  • Hoe je je toen voelde
  • Wat er daardoor daarna nog meer mis ging
  • Hoe je je vervolgens voelde

Slide 10 - Tekstslide

Je schrijft een ramp-scenario
  • Voorbeeld:
  • (situatie) Slecht cijfer voor je toets
  • (gevoel) Je voelt je k... (slecht) / verdrietig / teleurgesteld
  • (meer situaties die mis gingen) Niet meer goed concentreren op school
  • Bang voor reactie van je ouders
  • Niet naar huis gaan om het te vertellen, etc.
Wees CREATIEF!
  • Schrijf met je groepje (3 of 4 personen) een rampscenario! Hierna: presenteren!

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Presenteren 
ramp-scenario
  • Van ieder groepje vertelt één persoon het rampen-scenario.
  • Herkennen anderen zich in dit rampenscenario?

Slide 12 - Tekstslide

Wat hebben we vandaag geleerd?
Wie kan er iets noemen?

  • negatieve dingen, gebeurtenissen en mensen onthouden we makkelijker
  • negatieve gevoelens zijn ook belangrijk om te hebben, te herkennen en mee om te gaan
  • wat zijn triggers
  • negatieve spiraal en ramp-scenario's

  • Einde van deze les,
tot de volgende keer maar weer :)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide