8.1 + Politieke stromingen mindmap

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
1. Uitleg 
2. Drie vragen over de verschillende stromingen
3. Opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Zet in het midden een cirkel met daarin: politieke stromingen

Maak vijf lijntjes: confessionalisme, socialisme, liberalisme , nationalisme en conservatisme

Vul daarna je mindmap met woorden of tekeningen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Je kan van alles in je mindmap zetten. Kijk bijvoorbeeld is naar de volgende punten:

- Ideologie (wat vinden/willen ze)
- Belangrijkste personen
- Wanneer kregen ze stemrecht?
- Belangrijkste politieke punten
- grootste groep aanhangers (wie volgt ze)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke map (1)

Klik op mij

Maak de mindmap op je hand-out

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stromingen
Conservatisme
Liberalisme
Socialisme
Nationalisme 
Feminisme
Confessionalisme 
=> Welke herken je?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit:
De verlichting en het rationeel optimisme hebben de basis gelegd voor het ontstaan van de verschillende politieke stromingen.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rationeel optimisme
Nadenken over de samenleving maakt de samenleving beter
Verlichting
Alles kan en moet anders dan dat het nu gaat!
Opkomst politieke stromingen
Wij willen meer rechten en verandering!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen
- Oude adel spreekt af in Wenen (1815)

Terug naar hoe het was:
  • Adel hersteld ancien regime
  • Nederland en België samengevoegd
  • Koning van Oranje aan de macht 





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conservatisme

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conservatisme
  • Kritisch tegen verandering (zorgt voor chaos en ellende)
  • Gericht op traditie en behouden van natuurlijke orde
  •  Vaak voorstanders van de monarchie (koningen)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Confessionalisme
  • Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof:
  1. Katholicisme
  2. Protestantisme

Confessie = geloofsbelijdenis

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies




Socialisme 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Communisme
Marxisme:
  • steeds kleiner wordende groep wordt steeds rijker
  • Verelendung
  • Gevolg: dictatuur van het proletariaat --> ultieme gelijkheid

  • Gelijkheid via geweld: communisme
  • Gelijkheid via parlement: sociaaldemocratie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaaldemocratie
  • Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen
  • Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon) om sociale kwestie op te lossen
  • Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)
  • meerderheid in politiek om sociale wetgeving te introduceren
  • geen revolutie en geen geweld!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaaldemocratie
  • Marxisten voor wie revolutie te ver ging
  • Overeenkomsten: Zelfde idealen als communisten 
    Opkomen voor de armen
    Bereiken klasseloze samenleving
  • Verschil: Ideaal bereiken door parlementaire weg
    Kiesrecht voor arbeiders
  • Invloed sociaaldemocratie en enkele liberalen leidde tot sociale wetgeving
  • Afschaffing kinderarbeid onder 12 jaar (Kinderwetje van liberale Van Houten) + leerplichtwet 1901 
  • Pensioenwet, werkloosheidswet, ziektewet
  • 8-urige werkdag (40-urige werkweek) 
  • Invloed marxisme-communisme: splitsing wereld in kapitalistische staten vs. communistische staten (hoofdstuk 9). 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationalisme

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nationalisme: 
oorzaken groei nationalisme

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis nationalisme 
Het nationalisme is een ideologie waarbij het eigen land centraal staat in het denken en doen. Het nationalisme, dat in Europa vooral sterk opkwam in de negentiende en twintigste eeuw, beklemtoont de positieve eigenschappen van het eigen volk en kan gepaard gaan met een negatieve houding ten opzichte van andere volken.

Slide 21 - Tekstslide

Definitie nationalisme: Leerlingen dit op laten schrijven!! 
Opkomst van nationalisme in de 19e eeuw
  • Voor de 19e eeuw  voelde men zich eigenlijk alleen verbonden met een streek of stad. Niet met een land! In de loop van de 19e eeuw groeide het gevoel bij mensen dat ze deel uit maakten van een natie (groep met eigen taal, cultuur en geschiedenis).  
  • Gevolgen van dit groeiend nationalisme:
  1. Mensen kregen meer belangstelling voor de tradities, gebruiken en de geschiedenis van hun eigen volk.
  2. Nationalisten vonden dat elk volk zijn eigen staat moest krijgen. Dat leidde tot opstanden en oorlogen.
  3. Europese landen wilden allemaal het sterkst zijn. Dit leidde tot concurrentie en militarisme. Hierdoor nam de dreiging op oorlog toe!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies