27 okt - 3M1 - blok 1 - werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Op tafel

- Boek Nederlands

- Schrift

- Pen

- Leesboek

Programma

- 10 min. lezen

- Uitleg

- Opdrachten maken

Leerdoel

Werkwoorden

Huiswerk

Donderdag 3 november

- Opdracht 1, 2, 5 (blz. 27-29)

Toets

Week 51

- Spelling: blok 1 t/m 5

Lezen

Spelling - overzicht planning

1 - Blok 1: Werkwoorden

2 - Blok 2: Voltooid deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, Engelse werkwoorden

3- Blok 3: Zelfstandig naamwoord, meervoud

4 - Blok 4: Samenstellingen

5 - Blok 5: Citaten, komma

6 - Herhalen

7 - Herhalen, oefentoets maken

8 - Herhalen, oefentoets bespreken

9 - Toets!

Werkwoorden

rennen, vliegen, springen, duiken, vallen, opstaan, doorgaan, hebben, laten, zitten, voelen, gebeuren, zwaaien, ...

Blz. 26

Werkwoorden

1. Persoonsvorm

In andere tijd zetten:

Ik word door mijn moeder gebeld.

Ik werd door mijn moeder gebeld.

'word' = persoonsvorm

Werkwoorden

1. Persoonsvorm

    a. Tegenwoordige tijd

Enkelvoud:

Ik word gebeld.       = ik-vorm

Word je gebeld?      = ik-vorm

Zij wordt gebeld.    = ik-vorm + t

* 'lopen' invullen

Meervoud:

Wij worden gebeld.    = hele werkwoord

Werkwoorden

1. Persoonsvorm

    a. Tegenwoordige tijd

    b. Verleden tijd

Klankveranderend:

Ik werd door mijn moeder gebeld.

Klankvast:

Ik belde haar later terug.

Wij belden haar later terug.

Ik-vorm + de(n)

of

Ik-vorm + te(n)

> 't kofschip

Werkwoorden

1. Persoonsvorm

    a. Tegenwoordige tijd

    b. Verleden tijd

2. Hele werkwoord

Ik ga mijn moeder bellen.

'bellen' = hele werkwoord

Werkwoorden

1. Persoonsvorm

    a. Tegenwoordige tijd

    b. Verleden tijd

2. Hele werkwoord

3. Voltooid deelwoord

Ik word door mijn moeder gebeld.

Gebelt / gebeld ?

> 't kofschip

Aan de slag

Wat?

Hoe?

Hulp nodig?

Tijd?

Klaar?

- Opdracht 1, 2 en 5 (blz. 27-29)

- Alleen, in stilte

- Vraag degene naast je (fluisteren)

   of vinger opsteken

- Tot einde van de les

- Lezen

Leerdoel

Werkwoorden

- Persoonsvorm

- Enkelvoud/meervoud

- Tegenwoordige tijd/verleden tijd

- Voltooid deelwoord

Huiswerk

Donderdag 3 november

- Opdracht 1, 2, 5 (blz. 27-29)

Af? > Maak een foto van je huiswerk en lever deze voor de volgende les in via de opdracht in Teams

Toets

Week 51

- Spelling: blok 1 t/m 5

Spelling - overzicht planning

1 - Blok 1: Werkwoorden

2 - Blok 2: Voltooid deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, Engelse werkwoorden

3- Blok 3: Zelfstandig naamwoord, meervoud

4 - Blok 4: Samenstellingen

5 - Blok 5: Citaten, komma

6 - Herhalen

7 - Herhalen, oefentoets maken

8 - Herhalen, oefentoets bespreken

9 - Toets!