Start lessonup.app op je chromebook (daarna nog even dicht doen)
We lopen nog één keer de stof door. Kijk of je alles begrijpt.
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hfd 1 Negatieve getallen
Pak een schrift en pen/potlood
Start lessonup.app op je chromebook (daarna nog even dicht doen)
We lopen nog één keer de stof door. Kijk of je alles begrijpt.
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Slide 1 - Tekstslide
Negatieve getallen
Slide 2 - Tekstslide
Hoe herken je een negatief getal?
Negatieve getallen:
* zijn kleiner dan 0
* beginnen met een - (minteken)
Slide 3 - Tekstslide
Rekenen met negatieve getallen
* Als je een som gaat maken, kijk dan eerst of de som begint met een positief of een negatief getal:
* vanaf dat punt op de getallenlijn ga je naar rechts ( --> ) als je een getal moet optellen
en naar links ( <-- ) als je het getal moet aftrekken
Slide 4 - Tekstslide
Rekenen met negatieve getallen
Dus: 3 + 5 = 8 want je gaat -->
3 - 5 = -2, want je gaat <--
- 3 + 5 = 2 want je gaat -->
- 3 - 5 = -8, want je gaat <--
Slide 5 - Tekstslide
Rekenen met negatieve getallen
Je kunt ook denken aan een thermometer.
Als het kouder wordt, gaat de temperatuur omlaag
(bij het getal aftrekken dus, bijv 5 - 8 = -3
Of -2 - 5 = -7
Als het warmer wordt ga je omhoog
Slide 6 - Tekstslide
Welke getal is/getallen zijn een negatief getal?
A
0
B
-20
C
8
D
20
Slide 7 - Quizvraag
Optellen of aftrekken van een negatief getal
Bij een som met + - mag je de plus wegdenken:
5 + - 3 is hetzelfde als 5 -3
(Kader)
Bij - - wordt het +
Dus 5 - - 3 is hetzelfde als 5 + 3
Slide 8 - Tekstslide
Negatieve getallen optellen - 3 + -3=
A
- 6
B
6
C
0
Slide 9 - Quizvraag
Ik sta op -5 en wil 2 etages omhoog. Waar stap ik uit?
A
7
B
3
C
-3
D
-1
Slide 10 - Quizvraag
Wat nu?
Basis mag vast op chromebook verder oefenen met paragrafen hfd 1, gemengde opgaven en herhalingsopgaven. Oefen met de onderwerpen die je moeilijk vindt!
Kader blijft nog even luisteren!
Slide 11 - Tekstslide
Weten jullie nog?
positief x positief = positief
positief x negatief = negatief
negatief x positief = negatief
negatief x negatief = positief
Slide 12 - Tekstslide
En hetzelfde, maar dan delen
positief :positief = positief
positief : negatief = negatief
negatief : positief = negatief
negatief : negatief = positief
Slide 13 - Tekstslide
-4 x 5 =
A
20
B
-20
Slide 14 - Quizvraag
- 3 x -2
A
6
B
-6
Slide 15 - Quizvraag
20 : 5
A
4
B
-4
Slide 16 - Quizvraag
- 30 : - 5
A
6
B
-6
Slide 17 - Quizvraag
Volgorde van bewerkingen
Schrijf dit op: 1. alles tussen haakjes uitrekenen