Herhaling H3: 3.1 t/m 3.3

Herhaling 3.1 t/m 3.3
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 3.1 t/m 3.3

Slide 1 - Tekstslide

Planning week 3
Maandag
Herhalen 3.1 t/m 3.3
Woensdag
Herhalen 3.4 t/m 3.6
Donderdag
Zelfstandig oefenen
Ruimte voor vragen

Slide 2 - Tekstslide

Bereken
-21 +- 7
timer
0:15

Slide 3 - Open vraag

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Een positief met een negatief getal kunnen vermenigvuldigen.
- De regels voor het vermenigvuldigen van negatieve getallen weten en kunnen gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

7 • -4 =
timer
0:15
A
-28
B
28

Slide 6 - Quizvraag

Vermenigvuldigen
  • Je weet: 4 + 4 + 4 = 3 • 4 = 12
  • Daarom mag je ook zeggen: -4 + -4 + -4 = 3 • -4 = -12
  • Voor het vermenigvuldigen van  negatieve getallen gelden de volgende regels:
  • positief • positief = positief
  • positief • negatief = negatief
  • negatief • positief = negatief
  • negatief • negatief = positief

Slide 7 - Tekstslide

-8 • 5 =
timer
0:15
A
40
B
-40

Slide 8 - Quizvraag

7 • -8 =
timer
0:15

Slide 9 - Open vraag

Is de uitkomst van de volgende som + of -?
5 • 300 • -24 • 6 • -32
timer
0:30
A
+
B
-

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

3.2 Negatieve getallen

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
- Een positief met een negatief getal kunnen delen
- De regels voor het delen van negatieve getallen weten en kunnen gebruiken
- Een deling met een deelstreep kunnen uitvoeren

Slide 15 - Tekstslide

Delen
  • Je weet:  3 • -4 = -12.
  • Dus is -12 : -4 = 3 en -12 : 3 = -4
  • Voor het delen van  negatieve getallen gelden de volgende regels:
  • positief : positief = positief
  • positief : negatief = negatief
  • negatief : positief = negatief
  • negatief : negatief = positief

Slide 16 - Tekstslide

28 : -4 =
timer
0:15
A
-7
B
7

Slide 17 - Quizvraag

-18 : -3 =
timer
0:15
A
6
B
-6

Slide 18 - Quizvraag

Berekening met een deelstreep
2 x (3 + 12)
3 + 7 
__________
+ 5 =

Slide 19 - Tekstslide

Berekening met een deelstreep
2 x (3 + 12)
3 + 7

Eerst boven en onder de deelstreep berekenen
__________
+ 5 =

Slide 20 - Tekstslide

Berekening met een deelstreep
30
10

Deling maken 
__________
+ 5 =

Slide 21 - Tekstslide

Berekening met een deelstreep



Optellen
3 + 5 =

Slide 22 - Tekstslide

Berekening met een deelstreep
3 + 5 = 8

Slide 23 - Tekstslide

Berekeningen met deelstreep

Stappen:

  1. Uitrekenen boven de deelstreep
  2. Uitrekenen onder de deelstreep
  3. Deling maken
  4. Andere berekeningen



Slide 24 - Tekstslide

Berekeningen met deelstreep

Slide 25 - Tekstslide

Bereken
timer
3:00

Slide 26 - Open vraag

Berekeningen met deelstreep

Slide 27 - Tekstslide

Bereken
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

Deelbaar door nul?

Delen door nul mag niet!!
8:0 = kan niet
0:8 = 0

Slide 29 - Tekstslide

3.3 Negatieve breuken
Het vereenvoudigen van breuken

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
- Breuken met negatieve getallen kunnen herleiden
- Weten dat je geen minteken in de letter of noemer laat staan
- Kunnen vermenigvuldigen en delen met negatieve breuken
- Weten wat het omgekeerde van een getal is.
- Kunnen delen door een breuk

Slide 31 - Tekstslide

Breuken 
teller

noemer
1
4
_

Slide 32 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen

Slide 33 - Tekstslide

Zet de helen terug in de breuk:
Maak in je antwoord gebruik
van / als deelstreep
342
timer
1:30

Slide 34 - Open vraag

De noemers moeten gelijk zijn!
Dan tel je de tellers bij elkaar op
Gelijknamig maken
51
43
+       =

Slide 35 - Tekstslide

Optellen en aftrekken van breuken
  1. Breng de helen binnen de breuken
  2. Maak de breuken gelijknamig
  3. Neem de tellers samen, de noemer blijft gelijk
  4. Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit

Slide 36 - Tekstslide

Bereken

95+913=
timer
1:00
A
918
B
1818
C
98
D
2

Slide 37 - Quizvraag

Bereken
5261
timer
1:00
A
11
B
307
C
11
D
-1

Slide 38 - Quizvraag

Vermenigvuldigen van breuken
  1. Breng de helen binnen de breuken
  2. Vermenigvuldig teller met teller en noemer met noemer
  3. Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit

Slide 39 - Tekstslide

Bereken

x
72
43
timer
1:00
A
2
B
286
C
143
D
115

Slide 40 - Quizvraag

Negatieve breuken

Slide 41 - Tekstslide

Bereken
timer
3:00

Slide 42 - Open vraag

Negatieve breuken

Slide 43 - Tekstslide

Bereken
timer
3:00

Slide 44 - Open vraag

Breuken delen



Vb.   

     
32:52=3225=610=164=132
Delen door een breuk is 
vermenigvuldigen met het omgekeerde.

Slide 45 - Tekstslide

Werkschema delen door een breuk:

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde

1.  Omgekeerde getal van tweede breuk nemen

2. Vermenigvuldiging uitvoeren

3. Breuk vereenvoudigen

Slide 46 - Tekstslide

Delen door een breuk

Slide 47 - Tekstslide

Bereken
timer
1:00

Slide 48 - Open vraag

Delen door een breuk

Slide 49 - Tekstslide

Bereken
timer
1:00

Slide 50 - Open vraag