1.3 dl1 Conflictgedrag

H1 Gedrag
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1 Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Afronden 1.2 Prikkels
- 1.3 Conflictgedrag (leerdoel 7)
- Mini D-toets leerdoel 7
- Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is motivatie?
A
De bereidwilligheid om een gedrag uit te voeren
B
De opeenstapeling van prikkels die leiden tot bepaald gedrag
C
De som van alle inwendige en uitwendige prikkels
D
Het vermogen om een gedrag uit te voeren

Slide 3 - Quizvraag

Sommige apen hebben geleerd hoe je noten kunt kraken. Dit zorgde ervoor dat ze een nieuwe bron van voedsel hadden en dus hun overlevingskansen werden verhoogt.

De apen leren hun nakomelingen hoe ze ook noten moeten kraken door het aan ze voor te doen.
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 4 - Quizvraag

Welke prikkels in reclame?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Nico Tinbergen (1907-1988)
Sleutelprikkel: een prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.

Slide 7 - Tekstslide

EXPERIMENT PIKGEDRAG BIJ MEEUWENKUIKENS



Een Meeuw braakt voedsel op om zijn kuiken te voeden.
Dit doet de meeuw pas als het kuiken naar de rode vlek op de snavel vlek pikt.

Onderzoeksvraag: 
Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel voor het pikgedrag van meeuwenjongen? 

Slide 8 - Tekstslide

Resultaten van het experiment met 100 kuikens

Slide 9 - Tekstslide

Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel, leidt tot een versterkte respons

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3 Conflict- en leergedrag
7. Je herkent verschillende vormen van conflictgedrag.
8. Je herkent klassieke en operante conditionering.

Slide 13 - Tekstslide

1.3 Lezen:
'Vechten of Vluchten'
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen (bijv. vechten of vluchten).


Gaat om een INTERN conflict.

Slide 15 - Tekstslide

Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.

Bijv. op de grens van een territorium: 

Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar.

Slide 16 - Tekstslide

Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object


Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is? 

Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht

Slide 17 - Tekstslide

Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.

Slide 18 - Tekstslide

ambivalent gedrag
oversprong-
gedrag
Omgericht gedrag
Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
Je hebt net je rijexamen afgelegd, waarvoor je heel zenuwachtig was. Je krijgt je resultaat terug en je bent geslaagd. Je huilt van blijdschap.
Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Link

Aan de slag!
- Bekijk feedback leerdoelen 1 t/m 3
- Nakijken huiswerk 21 t/m 24
- Maken 1.3 opdr. 39 + 40
- Lezen 1.3 blz. 22 + 1.5 blz. 29 t/m 32
- Samenvatten leerdoelen 4 t/m 7

(= huiswerk)

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen 1 t/m 3
1. Je licht de sociale functies van gedrag toe en de rol in het vergroten van overlevingskansen.
Sociaal gedrag (bijv. balts, rangorde gedrag) maakt communicatie met soortgenoten mogelijk en helpt o.a. bij de voortplanting en het vermijden van conflict. Dit draagt bij aan de overlevingskans.

2. Je herkent de sociale functies van rituelen en signalen.
Rituelen, signalen in vaste volgorde, zijn belangrijk bij de ontmoeting tussen soortgenoten om spanning te verminderen of te voorkomen. 

3. Je beschrijft hoe territoriumgedrag de overlevingskansen voor het individu vergroot.
Het veiligstellen van een territorium (voedsel en schuilplaats) draagt bij aan de overlevingskans.

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen 4 t/m 7
4. Je herkent verschillende typen prikkels die een rol spelen bij het ontstaan van gedrag.
Benoem de 4 typen prikkels beschreven in 1.2 en geef definities.

5. Je legt uit hoe motivatie en drempelwaarde de reactie op een prikkel bepalen.

6. Je herkent aangeboren en aangeleerd gedrag.

7. Je herkent verschillende vormen van conflictgedrag.
Welke  vormen van conflictgedrag zijn er?

Slide 23 - Tekstslide