Future 2

2K/T - Theme 4 - Grammar; Future


20 May 2020

Theme 4
Future tenses

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2K/T - Theme 4 - Grammar; Future


20 May 2020

Theme 4
Future tenses

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Het kunnen toepassen van de present simple en future in een Engelse zin.


Slide 2 - Tekstslide

Future

Er zijn vier verschillende manieren om de toekomst  aan te geven in het Engels:

1. Present continuous

2. To be going to
3. Shall/Will
4. Present simple
Schrijf een voorbeeldzin op.

Slide 3 - Tekstslide

Future > 2 to be going to

Gebruik:
- als iemand iets in de toekomst (niet) van plan is
- een voorspelling doen waarvoor je bewijs hebt.


Vorm:
am/are/is (vorm van to be) + going to + hele werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Future > 2 to be going to

Examples:


Look! He is going to fall off his bike!
Look at those dark clouds. It is going to rain. 
I am not going to hike tomorrow. I am too tired to hike.

Slide 5 - Tekstslide

Future > 3 shall/will
Gebruik:
- om iets aan te bieden
- bij beloftes
- bij aankondigingen
- bij besluiten
- voorspellingen doen waarvoor je geen bewijs hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Future > 3 shall/will

Vorm:

Bij vragen waar je I en We gebruikt, moet je shall gebruiken.
Shall we go by taxi?

In alle andere vragen gebruik je will
Will they buy a new house?

Slide 7 - Tekstslide

Future > 3 Shall/will

In een bevestigende of ontkennende zin gebruik je alleen will.

Daarna volgt het hele werkwoord.
I will come to your party. I promise.


In ontkenningen voeg je not toe aan will.
will + not = won't
He won't come to school as he is ill.


Slide 8 - Tekstslide

Future > 4 present simple
Gebruik: als er sprake is van een vast schema, zoals aankomst- en vertrektijden, openings- en sluitingstijden, begin- en eindtijden.

Vorm:
1. hele werkwoord bij I, you, we, you, they
2. ww + s bij he, she, it.

Slide 9 - Tekstslide

Future > 4 present simple
Examples:
The train leaves at 4 pm from platform 5A.
Our school closes at 5 pm every day.
The show starts in ten minutes.
When does the match begin?

Slide 10 - Tekstslide

The train ____ at 11:45.
A
leaves
B
is leaving
C
is going to leave
D
will leave

Slide 11 - Quizvraag

Look! Those girls ____ that busy highway.
A
cross
B
will cross
C
are crossing
D
are going to cross

Slide 12 - Quizvraag

Sharon ____ her birthday next Saturday at 2 pm.
A
celebrates
B
is celebrating
C
will celebrate
D
is going to celebrate

Slide 13 - Quizvraag

He sometimes ____ the bus to school.
A
takes
B
is taking
C
is going to take
D
will take

Slide 14 - Quizvraag

Maybe we ______ fries tonight.
A
shall eat
B
will eat
C
eat
D
are going to eat

Slide 15 - Quizvraag

I ______ Mickey up from the airport tonight.
A
am picking
B
pick
C
am going to pick
D
shall pick

Slide 16 - Quizvraag

Exercises IPad

You can use "slim stampen" if you want to do some more exercices to practise Grammar!




Slide 17 - Tekstslide

Wat ging goed met het oefenen?

Slide 18 - Open vraag

Welk onderwerp vereist extra aandacht?

Slide 19 - Open vraag

Homework
  • Study Stone 13+14
  • Study Grammar 13 t/m 15

  • Do: Slim Stampen grammar 13.

Slide 20 - Tekstslide