Je wordt op een aantal punten beoordeeld:
- Actief meedoen, doeltreffend de beurt nemen.
- Taalbeheersing: gebruik van correcte grammatica, goede woordenschat, trefzekere woordkeuze, variatie in formulering.
- Luisteren en signaleren: let op non-verbale signalen, vraag door als iets onduidelijk is.
- Structuur: weet hoofd- en bijzaken te onderscheiden, je kunt afwijken van je verhaal zonder de draad kwijt te raken